30731 |
watervast |
watervast:
wātǝrvas (Q113p Heerlen)
|
Gezegd van verf die tegen langdurige inwerking van water bestand is. [N 67, 75b]
II-9
|
30613 |
waterverf |
waterverf:
wātǝr[verf] (Q113p Heerlen)
|
Verf, die door middel van water in vloeibare toestand wordt gebracht, waardoor zij uitstrijkbaar wordt. 'Latex' is een fabrieksverf met als bindmiddel latex. De verf is met water verdunbaar. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(verf)' het lemma 'Verf'. [N 67, 23a; monogr.]
II-9
|
30591 |
waterverfbindmiddelen |
caseïne:
kazīǝn (Q113p Heerlen),
houtlijm:
hōtlīǝm (Q113p Heerlen),
knokenlijm:
knǭkǝlīǝm (Q113p Heerlen),
plaatlijm:
plātlīǝm (Q113p Heerlen),
poederlijm:
pujǝrlīǝm (Q113p Heerlen),
silicaat:
selǝkǫat (Q113p Heerlen)
|
In dit lemma zijn de benamingen voor een aantal bindmiddelen voor waterverf bijeengeplaatst. Caseïne is een eiwitachtig bestanddeel van melk. Waterglas is een natrium- of kaliumsilicaat of een mengsel daarvan. [N 67, 14]
II-9
|
18123 |
waterzucht |
water:
ət wáátər (Q113p Heerlen)
|
Waterzucht: ziekelijke ophoping van vocht in het onderhuidse weefsel en in de lichaamsholten (zucht, het water). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21675 |
wbd: afzeggen |
niet geldig maken:
d’r koop neet geldig make (Q113p Heerlen),
ongedaan maken:
d’r koop ongedoa make (Q113p Heerlen)
|
ongedaan, De koop ~ maken [de koop ontdoen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21683 |
wbd: in trek |
gewillig zijn:
die waar is gewillig (Q113p Heerlen),
gezocht worden:
die waar wäed gezoch (Q113p Heerlen),
in trek zijn:
die waar is in trek (Q113p Heerlen),
prijzig zijn:
priezig (Q113p Heerlen)
|
Goed in de markt liggend, een goede prijs opbrengend [willig, b.v. de eieren zijn willig deze maand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21662 |
wbd: katten |
laten zitten:
häe hat mich d’r mit loate zitte (Q113p Heerlen)
|
katten: Wat zegt men wanneer de koper de verkoper met zijn waar laat zitten, niet afhaalt wat hij gekocht heeft [katten? hij heeft gekat?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21681 |
wbd: kwaadgeld / te veel vragen |
overvragen:
doe üvervrôâgs mich (Q113p Heerlen)
|
kwaadgeld: Als men vindt dat iemand teveel vraagt, zegt men: "hoeveel ...... is daarbij"[kwaad-geld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21676 |
wbd: staartgeld / minder vragen |
de stoot delen:
(= de stoot delen).
d’r sjtüüt dele (Q113p Heerlen)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21677 |
wbd: staartgeld / verschil |
de stoot delen:
(= de stoot delen).
d’r sjtüüt dele (Q113p Heerlen)
|
verschil: Vraagt men aanvankelijk teveel geld voor wat men wil verkopen, dan moet men tenslotte vaak genoegen nemen met minder dan men eerst kon krijgen; hoe noemt men in zulk geval het verschil tussen wat men eerst kon krijgen en wat men tenslotte werkel [N 21 (1963)]
III-3-1
|