28749 |
changeant |
gechangeerde stof:
gechangeerde stof (Q113p Heerlen)
|
Katoenen, wollen of zijden weefsel met een wisselende weerschijn naarmate het licht er anders op valt. [N 62, 96]
II-7
|
28750 |
cheviot |
cheviot:
cheviot (Q113p Heerlen)
|
Weefsel vervaardigd uit cheviot kam- of kaardwol en geweven in gelijktijdige keperbinding. Meestal in donkere tinten (zwart of marine) geverfd en gebruikt voor heren- en jongenskleding, damesjaponnen en damesrokken en andere (Bonthond s.v. ø̄cheviotø̄). [N 59, 201; N 62, 98]
II-7
|
19116 |
chic |
deftig:
deftig (Q113p Heerlen)
|
chic
III-1-4
|
30645 |
chiquetteerkwast |
chiquetteerkwast:
šikɛtērkwas (Q113p Heerlen)
|
Kwast waarvan de haarbundel zich bij vulling met verf in punten scheidt. De kwast wordt gebuikt voor het chiquetteren, een techniek bij het marmerschilderen, bestaande in het aanbrengen van kleine vlekjes. [N 67, 39a]
II-9
|
20821 |
chocolade |
chocolade:
sjokkelaat (Q113p Heerlen),
melkchocolade:
milksjokelaat (Q113p Heerlen)
|
chocolade || melkchocolade
III-2-3
|
19943 |
chrysant |
katrienebloem:
WBD/WLD
kàtrīēnəblóm (Q113p Heerlen)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [N 92 (1982)]
III-2-1
|
20545 |
cichorei |
buisman:
buisman (Q113p Heerlen),
cichorei:
chicoreij (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
moekkefoek:
moekefoek (Q113p Heerlen),
sokkerij:
sŏĕkkərèj (Q113p Heerlen),
suikerij:
soekkereij (Q113p Heerlen),
sŏĕkkərèj (Q113p Heerlen),
tsuckerei (Q113p Heerlen)
|
cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] || suikerij, cichorei
I-7, III-2-3
|
28224 |
cilinderglas |
cilinderglas:
sǝlendǝrglās (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
glas:
glās (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Willem-Sophia])
|
Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.]
II-5
|
22686 |
circus |
circus:
sirkəs (Q113p Heerlen),
cirque (fr.):
sirk (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen)
|
Circus. || Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
cirkel (Q113p Heerlen),
sīrkəl (Q113p Heerlen),
kransje:
(kaffie kränske).
kränske (Q113p Heerlen),
kring:
krink (Q113p Heerlen),
krīnk (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
ring:
rink (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen),
rīnk (Q113p Heerlen, ...
Q113p Heerlen)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|