20793 |
citroen |
citroen:
cetroen (Q113p Heerlen),
Verklw. sitruëntje
sitroeën (Q113p Heerlen)
|
citroen
III-2-3
|
34517 |
coccidiosis |
coccidiosis:
kǫtšidiotes (Q113p Heerlen)
|
Ziekte veroorzaakt door coccen. Coccidiosis aan de dunne darm, kuikendiarree. [N 19, 64]
I-12
|
24406 |
cocon |
cocon:
kookon (Q113p Heerlen),
larve:
larf (Q113p Heerlen),
pop:
WBD/WLD
póp (Q113p Heerlen)
|
cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
28397 |
cokes |
cokes:
kōks (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
kǫks (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Laura, Julia])
|
Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469]
II-5
|
27719 |
cokesfabriek |
cokesfabriek:
kǫksfabrik (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
[Laura, Julia])
|
Bedrijfsgedeelte van een steenkoolmijn of hoogoven waar cokes geproduceerd worden. De informant van Q 111 vermeldt dat deze fabriek niet voorkwam op de Oranje-Nassaumijnen. Ditzelfde gold voor de mijn van Zolder, aldus de zegsman van K 361. Het woordtype "ammoniakfabriek" werd vroeger in Q 21 gebruikt voor het Stikstofbindingsbedrijf, het chemisch bedrijf van de Staatsmijnen. [N 95, 15]
II-5
|
27720 |
cokesovens |
cokesovens:
kǫksø̜ǝvǝs (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Maurits]),
(enk)
kōksoavǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Op de cokesfabrieken werd de cokes bereid door de gewassen vette fijnkolen, de cokeskolen, in luchtdicht afgesloten ovenkamers sterk te verhitten. Alleen reeds op de cokesfabriek Maurits beschikte men over 564 van deze ovenkamers (Steenkool 1953 pag. 242). Deze ovens tezamen vormden een bijna één kilometer lange, meer dan 12 meter brede en ca. 7 meter hoge band. Door de cokeskolen sterk te verhitten, zonder dat lucht en vuur deze kunnen bereiken, ontleden zij. Er komen gassen en dampen vrij die uit de oven ontwijken en voor verdere bewerking worden afgevoerd; in de ovens blijft de cokes achter. [N 95, 109]
II-5
|
18518 |
colbertjasje |
colbert (fr.):
colbér (Q113p Heerlen),
jas:
jas (Q113p Heerlen),
jasje:
jeske (Q113p Heerlen),
korte jas:
kōtte jas (Q113p Heerlen)
|
1. colbert || colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] || jas van het zwarte pak, vaak kort [N 23 (1964)]
III-1-3
|
31453 |
combinatietang |
combinatietang:
kǫmbināsitaŋ (Q113p Heerlen)
|
Tang waarbij de gebruiksmogelijkheden van vasthouden, buigen en knippen van metaal gecombineerd zijn. De bekken van deze tang zijn voorzien van een getand plat deel en een rond gedeelte met tanden. Het onderste gedeelte van de bekken is als zijkniptang uitgevoerd. Aan weerszijden van het scharnier van de tang bevinden zich draadknippers. Zie ook afb. 149. [N 33, 166; N 64, 47c; monogr.]
II-11
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
komūət (Q113p Heerlen),
kəmūət (Q113p Heerlen),
Verklw. kemuëdje
kemoeëd (Q113p Heerlen)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
20747 |
communietaart |
opzet:
(korte oo-klank).
oopzats (Q113p Heerlen),
Eigen syst.
opzats (Q113p Heerlen)
|
Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|