| 33882 |
melk van het paard |
melk:
melǝk (Q112a Heerlerheide)
|
De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57]
I-9
|
| 34095 |
melkaders |
melkaderen:
melkǭrǝ (Q112a Heerlerheide)
|
De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a]
I-11
|
| 33778 |
melkgebit |
veulenstanden:
vø̄lǝstɛŋ (Q112a Heerlerheide),
veulentand(en):
vø̄lǝtɛŋ (Q112a Heerlerheide)
|
Tot twee en een half à drie jaar hebben de paarden een melkgebit of veulenstanden. De twee middelste snijtanden komen door in de eerste levensweek van het veulen (soms zijn ze bij de geboorte al aanwezig), binnen een maand of zes weken gevolgd door de snijtanden ernaast. De twee laatste snijtanden volgen tussen de zes en negen maanden, waarna het melkgebit compleet is. De veulenstanden zijn wit van kleur in tegenstelling tot het wat gelige vast gebit en lopen naar de basis toe in een punt uit. [JG 1a, 1b; N 8, 18a]
I-9
|
| 34079 |
melkgebit van kalveren |
kalvertanden:
kau̯vǝrtɛŋ (Q112a Heerlerheide)
|
[N 3A, 108a]
I-11
|
| 34346 |
melkgift van de zeug |
zog:
zox (Q112a Heerlerheide)
|
[N 19, 20]
I-12
|
| 19514 |
melkkannetje |
melkkannetje:
milkkenke (Q112a Heerlerheide)
|
melkkannetje waaruit men aan tafel melk schenkt [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 34129 |
melkkoe |
melktype:
melktipǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Koe die geschikt is voor melkproductie. [N 3A, 148]
I-11
|
| 34098 |
melkspiegel |
spiegel:
špēgǝl (Q112a Heerlerheide)
|
Plaats achter de uier waar de haren in de verkeerde richting liggen. [N 3A, 118d]
I-11
|
| 17624 |
melktanden |
melkstanden:
milksteng (Q112a Heerlerheide),
melktanden:
milkteng (Q112a Heerlerheide),
zuiktanden:
zōēktəŋ (Q112a Heerlerheide)
|
melktanden [zuiktande, zeuktaant, mammetandjes] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 24212 |
merel |
melder:
maelder (Q112a Heerlerheide)
|
merel
III-4-1
|