e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snijtafel snijdis: šnīdøš (Heerlerheide) De smalle, hoge werktafel waarop het leer gesneden wordt. "De snijtafel moet zoo hoog zijn dat er in staande houding aan gewerkt kan worden; het tafelvlak zij minstens zoo groot, dat men er een kalfsvel behoorlijk op uitspreiden kan. Rechts en links van den snijder moeten in de tafel schuifladen aangebracht zijn ter bewaring of berging van kleine lederstukken, elastiek, gereedschap enz. Ter berging van de vellen enz. dienen verschillende, naast de tafel geplaatste schappen of rekken." (Kn√∂fel I, pag. 178). Zie afb. 25. [N 60, 43a; N 60, 43b] II-10
snijwonde gesneden (volt. deelw.): gesjneje (Heerlerheide), snee: eine sjneij in eine vinger (Heerlerheide), enne sneej (Heerlerheide), (isofoon).  sjnij (Heerlerheide), veeg: veag (Heerlerheide) snee in de vinger [N 07 (1961)] III-1-2
snikken snakken: sjnakke (Heerlerheide), snikken: schnikke (Heerlerheide), snuiven: snoeve (Heerlerheide) snikken [snoffe] [N 10 (1961)] III-1-4
snor snor: šnor (Heerlerheide) snor (knevel) [DC 01 (1931)] III-1-1
snot snot: šnot (Heerlerheide) Coryza avium contagiosa of snot is een verkoudheid, gepaard gaande met neusvloeiing. De kippen hebben zwarte natte neuzen, ze niezen en de ademhaling kan bemoeilijkt zijn. De ogen zijn vochtig; de leg is teruggelopen en de eetlust is verminderd. Snot als alleenstaande ziekte is niet zo ernstig, meestal gaat snot gepaard met andere ademhalingsziekten. [N 19, 64; monogr.] I-12
snotneus koetenneus: ein koetenaas (Heerlerheide), kute-naas: koe.tənaas (Heerlerheide), koete-naas (Heerlerheide), koetenaas (Heerlerheide), kōētenaas (Heerlerheide), snotnaas: snòtnaas (Heerlerheide) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] III-1-2, III-1-4
snottebel koet: koet (Heerlerheide), koetebel: əŋ kōētəbel (Heerlerheide), snottekekel: WNT: kekel, 1) IJskegel, ijspegel.  snottekikkel (Heerlerheide) neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] III-1-2
snuit snuit: schjnoet (Heerlerheide) gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] III-1-1
snurken snurken: schjnurke (Heerlerheide), sjnorke (Heerlerheide), snurke (Heerlerheide) snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)] III-1-2
soda soda: soda (Heerlerheide) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1