e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112a plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaarring ring: reŋ (Heerlerheide) Jaarlijkse ringvormige verdikking aan de hoorns. [N 3A, 106b] I-11
jacquetpak jacquet (<fr.): schjaket (Heerlerheide, ... ) jacquetkostuum, bestaande uit zwarte slipjas, vest en gestreepte broek [sjeket, seket] [N 23 (1964)] III-1-3
jammer jammer: d is jôômer (Heerlerheide), joa:mər (Heerlerheide), ⁄t is jaomer (Heerlerheide), ⁄t is joamer (Heerlerheide) jammer [zund] [N 07 (1961)] III-1-4
jarig zijn jarig zijn: hè is joarig (Heerlerheide) Hij is morgen jarig. [DC 02 (1932)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): schjarretels (Heerlerheide) jarretels, bandjes aan corset of gordel waaraan de kousen worden vastgeknoopt [N 24 (1964)] III-1-3
jas jas: jas (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Jas die de mijnwerker als bovenkleding draagt. Het "putjasje" dat men in L 417 kent, heeft twee binnenzakken: één voor het eten en één voor de mijnlamp. [N 95, 64; Vwo 139] II-5
jas: algemeen jas: einejas (Heerlerheide), ene jas (Heerlerheide) jas in het algemeen [kölder, frak, palleto, rok, pit, kazak] [N 23 (1964)] III-1-3
jasschort jasscholk: jasscholk (Heerlerheide, ... ) schort die aan de voorkant als een jas wordt dichtgeknopt [N 24 (1964)] || zijn er verschillende namen voor verschillende soorten van deze kledingstukken ? [DC 15 (1947)] III-1-3
jeuk jeuk: jeuk (Heerlerheide), jèùk (Heerlerheide), jûûk (Heerlerheide, ... ) jeuk [N 07 (1961)] || jeuk [öksel, jukt, ukt] [N 10a (1961)] III-1-2
jeuken jeuken: jeuke (Heerlerheide, ... ), jûûke (Heerlerheide), t begint te jeuke (Heerlerheide) jeuk [N 07 (1961)] || jeuken, het begint te jeuken [öksele, euke, juike, juuke] [N 10 (1961)] III-1-2