| 21431 |
leuren |
langs de deur gaan:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
langs de duŭr goĕ (Q112a Heerlerheide),
venten:
venten (Q112a Heerlerheide)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 17568 |
levend vlees onder de huid |
leven, het -:
t lèève (Q112a Heerlerheide),
ət lêêve (Q112a Heerlerheide),
vlees:
t vleesch (Q112a Heerlerheide)
|
levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 17697 |
lever |
lever:
de leever (Q112a Heerlerheide),
lever (Q112a Heerlerheide),
lêêver (Q112a Heerlerheide)
|
lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 20514 |
leverworst |
leverworst:
leeverwoesj (Q112a Heerlerheide),
lēͅverworst (Q112a Heerlerheide),
lêê.vərwoe.sj (Q112a Heerlerheide),
lêêverwoesj (Q112a Heerlerheide)
|
leverworst [N 06 (1960)]
III-2-3
|
| 17540 |
lichaam |
lichaam:
het lichaam (Q112a Heerlerheide),
lijf:
līēf (Q112a Heerlerheide),
t lief (Q112a Heerlerheide)
|
lichaam [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 17971 |
lichaamskracht |
macht:
maacht (Q112a Heerlerheide, ...
Q112a Heerlerheide),
mach (Q112a Heerlerheide, ...
Q112a Heerlerheide)
|
lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)]
III-1-2, III-1-4
|
| 18084 |
lichaamsvocht |
leewater:
leiwaater (Q112a Heerlerheide)
|
lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 34032 |
lichtbonte koe |
licht (bijvgl. nmw.):
lext (Q112a Heerlerheide)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe''(3.3.1). [N 3A, 123b]
I-11
|
| 33677 |
lichte klei |
zavel:
zāvǝl (Q112a Heerlerheide)
|
Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41]
I-8
|
| 18571 |
lichte overjas |
lochte herenoverjas:
lochte here-euverjas (Q112a Heerlerheide)
|
herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)]
III-1-3
|