e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linkervoorkwartier links kwartier voor: leŋks kwartēr vȳr (Heerlerheide) Het kwartier van de uier links voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116a] I-11
lip lip: lup (Heerlerheide) lip [DC 01 (1931)] III-1-1
lisdodde kaars: =kaarsen. De kinderen zeggen dit. Of er nog een andere dialectische aanduiding is weet ik niet. (...)  keiëtse (Heerlerheide) lisdodde [DC 13 (1945)] III-4-3
locomotiefloods locloods: loklōts (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Maurits]), remise: rǝmīs (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Zwartberg, Waterschei]) Ondergrondse ruimte, meestal in de buurt van de schacht, waar de niet in gebruik zijnde locomotieven worden ondergebracht. [N 95, 701; monogr.] II-5
locomotiefmachinist locmachinist: lokmašines (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Winterslag, Waterschei]), machinist: mašines (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]   [Laura, Julia]) Arbeider die de mijnlocomotief bedient. [N 95, 151; monogr.] II-5
loeien van de koe in het algemeen brullen: brølǝ (Heerlerheide) [N 3A, 5a; JG 1a, 1b; Gwn V, 8; Wi 57; monogr.] I-11
loenje bakriem: bakrēm (Heerlerheide) Dubbele band die aan weerszijden van het bit vastgemaakt is, maar slechts tot achter de nek van het paard reikt (cf. definitie van lemma Teugel). Achter aan deze riem is het kordeel vastgemaakt. [JG 1b; N 13, 31] I-10
loeren loeren: loere (Heerlerheide, ... ), spinzen: spīēnze (Heerlerheide) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lomp paard karhengst: karheŋs (Heerlerheide), kluppel: klø̜pǝl (Heerlerheide) [JG 1a; N 8, 62h] I-9
long long: long (Heerlerheide), longe (Heerlerheide), loŋ (Heerlerheide) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1