34144 |
uitwerpselen van koeien |
flat:
flat (Q112a Heerlerheide),
koeflat:
kuu̯flat (Q112a Heerlerheide)
|
[N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
27762 |
uitzetten |
uitzetten:
ūtzętǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
In het ondergrondse gedeelte van de mijn de plaats aangeven waar een nieuwe verdieping, steengang, galerij, enz. moet worden aangelegd. [N 95,382; N 95,174; monogr.]
II-5
|
17699 |
urine |
pis:
pis (Q112a Heerlerheide),
zeik:
zęi̯k (Q112a Heerlerheide)
|
urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
17700 |
urineren |
pissen:
pisse (Q112a Heerlerheide),
zeiken:
zęi̯kǝ (Q112a Heerlerheide)
|
urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
34043 |
vaalbonte koe |
vaal (bijvgl. nmw.):
vāl (Q112a Heerlerheide)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 131b]
I-11
|
34061 |
vaars |
rind:
renjtj (Q112a Heerlerheide),
vaars:
vɛš (Q112a Heerlerheide),
vɛǝš (Q112a Heerlerheide)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) invamen:
dǝ nǫalt evęǝmǝ (Q112a Heerlerheide),
(de/een) naald(e) vamen:
dǝ nōǝlt viǝmǝ (Q112a Heerlerheide),
durch het oog van de/een naald steken:
dørǝx ǝt ǫax vān ǝnǝ nǭlt štē̜kǝ (Q112a Heerlerheide),
invamen:
evē̜mǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
33795 |
vagina, geslachtsorgaan van de merrie |
lijf:
līf (Q112a Heerlerheide),
vazel:
vāzǝl (Q112a Heerlerheide)
|
Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40]
I-9
|
27567 |
vakbond |
bond:
bont (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Vereniging van werknemers. Men kende een katholieke en een socialistische vakbond. [N 95, 982; N 95, 982 add.]
II-5
|
28034 |
van boven naar beneden kool delven |
van bovenaf kolen:
van bōvǝāf [kolen] (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Maurits])
|
Doorgaans geeft men de voorkeur aan het werken van onder naar boven in een koollaag, omdat dan o.a. het scheppen van de kolen het gemakkelijkst is. Alleen wanneer men daardoor gunstiger ten opzichte van de splijtvlakken komt te zitten of wanneer de helling van de koollaag groter is dan 25 graden, zal men in dalende richting of van boven naar beneden werken (Driessen pag. 158). Dit gebeurt ook, volgens de informant van Q 113, als de laag zeer dik is. [N 95, 520]
II-5
|