e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heerlerheide

Overzicht

Gevonden: 2155
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat, opening lok: laok (Heerlerheide) gat (znw enk) [N 26 (1964)] III-4-4
gat, opening (mv) loker: 2 löker (Heerlerheide) gaten (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-4
gebakje taartje: schj=ch van chocolade  tuurtje (Heerlerheide) Gebakje (buntje, taartje, gatoke?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebakken aardappelen schijven in de pan: schj=ch van chocolade  schjieve in de pan (Heerlerheide) In schijfjes gebakken aardappelen (erpel in de pan, kosjes, petatteschijfkes?) [N 16 (1962)] III-2-3
gebit gebit: gaaf gebit (Heerlerheide), gebit (Heerlerheide), gǝbet (Heerlerheide), gəbit (Heerlerheide), tanden: teng (Heerlerheide) Een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog heelemaal gaaf. [DC 14 (1946)] || gebit [N 10a (1961)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] I-9, III-1-1
geboorteomhulsel van een veulen net: nɛt (Heerlerheide), zak: zak (Heerlerheide) Het vruchtvlies dat na de geboorte van het veulen afkomt. Als de merrie het veulen alleen ter wereld brengt, stikt het veulen meestal in de zak, die zo sterk is, dat hij met behulp van een mes of scherp voorwerp geopend moet worden. [N 8, 54, 55 en 56] I-9
gebreide kous strikhoos: schjtrikhous (Heerlerheide), schtrikhaos (Heerlerheide) breikous [N 24 (1964)] || breikous [sjtrikhaos, strikkous] [N 24 (1964)] III-1-3
gedrongen persoon flinke, een -: wat ene flinke (Heerlerheide), knoest: hêê is ene knōēs (Heerlerheide) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrongen postuur gedrongen van postuur: hee is gedronge van postuur (Heerlerheide) gedrongen, een gedrongen postuur hebben [N 10 (1961)] III-1-1
gedrukt geblesseerd: geblesseerd (Heerlerheide), gedouwd: gǝdǫu̯t (Heerlerheide) Een slecht passend tuig - vooral het gareel bij het trekken - drukt door op de huid. Het paard krijgt drukwonden en vlekken. Vgl. het lemma ''witte vlekken'' (7.34). [N 8, 94b] I-9