24175 |
jong en kaal vogeltje |
vogeltje:
vuegelken (Q112a Heerlerheide, ...
Q112a Heerlerheide,
Q112a Heerlerheide,
Q112a Heerlerheide)
|
vogeltje
III-4-1
|
34025 |
jong van een rund |
dochter:
dǫxtǝr (Q112a Heerlerheide)
|
[N 3A, 4]
I-11
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (Q112a Heerlerheide),
baggen (mv.):
bage (Q112a Heerlerheide),
baqǝ (Q112a Heerlerheide)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
34551 |
jonge gans |
gansje:
gø̜skǝ (Q112a Heerlerheide)
|
De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.]
I-12
|
34481 |
jonge kip |
pul:
pøl (Q112a Heerlerheide)
|
Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.]
I-12
|
18702 |
jongensblouse |
bloes:
bloes (Q112a Heerlerheide)
|
jongensblouse, ruime bovenkledingstuk met band of elastiek in de taille [N 23 (1964)]
III-1-3
|
33341 |
jongste knecht, manusje van alles |
hoddelsjong:
hoddelsjong (Q112a Heerlerheide)
|
Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.]
I-6
|
27387 |
jukondersteuning |
kapbouw:
kapbǫw (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
türstok:
tȳrštǫk (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale])
|
Starre ondersteuning die bestaat uit twee stijlen en een kap en is vervaardigd uit hout, kaprail of uit speciaal daarvoor gefabriceerd profielijzer. Kenmerkend voor dit type ondersteuning is het feit dat de stijlen niet haaks op de laag, maar enigszins schuin geplaatst worden. De samengestelde ondersteuning heeft dan ook de vorm van een trapezium. [N 95, 322; N 95, 316]
II-5
|
18192 |
jurk |
kleed:
kleed (Q112a Heerlerheide),
kleit (Q112a Heerlerheide)
|
jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20697 |
jus, vleesnat |
saus:
schj=ch van chocolade
saus (Q112a Heerlerheide)
|
Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|