e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringen, randen verwijderen van peulvruchten reven aftrekken: riəvə oͅftrēkə (Heers), schoonmaken: sxoͅunmōͅ.kə (Heers) [Goossens 1b (1960)] [ZND B2 (1940sq)] I-7
ringworm rad van sint-catharina: road van Sint-Catrien (Heers), road van Sinte Kathrin (Heers) Hoe heet de huidziekte in de vorm van een wiel, waartegen Sinte Catharina wordt aangeroepen ? [ZND 48 (1954)] III-1-2
rinkelen met de altaarbel bellen: bellen (Heers) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rode kool rode kabuis: rui kəboͅuzə (Heers), rode kool: roiə koeil (Heers), roje koeil (Heers), rooije keul (Heers) rode kool [ZND 34 (1940)] || Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)], [ZND 34 (1940)] I-7, III-2-3
roeien roeien: rujə (Heers) roeien [ZND A2 (1940sq)] III-3-1
roep- en lokwoord voor de eend wiete, wiet: witǝ, wit (Heers) [L 18, 2; L B2, 259b; GV 2, 2k; VC 14, 2r -r-; Vld.; N 19, 74, Q 111 add.; A 6, Q 36 add.; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor de gans ganzen: gazǝ (Heers) Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6] I-12
roep- en lokwoord voor de kalkoen kalkoen, kalkoenen: kalkun, kalkunǝ (Heers) Men kan de kalkoen roepen door het geluid van hen na te bootsen. Omdat ze vaak grootgebracht worden samen met de kippen, worden ze ook wel (L 191 (Afferden), 245b (Tienray), Q 2 (Hasselt), 192 (Margraten), 195 Sint-Geertruid)) gelokt met roepwoorden voor kippen. Een andere mogelijkheid tot lokken is dat men fluit of een bepaald keelgeluid (L 360 (Bree)) maakt. [L 47, 9C; A 6, 4] I-12
roep- en lokwoord voor de kip jiep: jip (Heers), jiep, jiep: jip, jip (Heers), jiep, jiep, jiep: jīp, jip, jip (Heers), tsjiep, tjsiep: tšip, tšip (Heers) Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.] I-12
roep- en lokwoord voor een big tsjieke: tšīkǝ (Heers) Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.] I-12