e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P197p plaats=Heers

Overzicht

Gevonden: 2718
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dooier (het) geel: xēǝl (Heers), doren: duǝ.rǝ (Heers), duǝrǝ (Heers), dūǝrǝ (Heers) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doop doop: deup (Heers) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: deupkleit (Heers), dö.ypkle.t (Heers) doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: deupkaas (Heers) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3
doopkapel doopkapel: deupkapel (Heers) De kapel achter in de kerk, waarin de doopvont zich bevindt en waar de doop voltrokken wordt [doopkapel?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopsel doopsel: deupsel (Heers) Het doopsel [der doof]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopvont doopvont: deupvont (Heers), do.pfű.nt (Heers) doopvont [RND] || Het bekken waarin het doopwater bewaard wordt en waarboven het kind ten doop wordt gehouden [doopvont, doopsteen, doofsjtee?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doopwater wijwater: wejwetter (Heers) Het gewijde water in de doopvont, waarmee gedoopt wordt [vont-, vunt-, vintwater, doopwater, wijwater?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doordeweekse mis weekmis: een wijek mès (Heers) Een door-de-weekse mis. [N 96B (1989)] III-3-3
doorn, stekel doorn (mv.): džuoͅn (Heers) doornen [RND] III-4-3