e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lenen lenen: leene (Heers), lènen (Heers) leenen [ZND 14 (1926)] III-3-1
lente, voorjaar opgang: ps. omgespeld volgens IPA; of gewoon overnemen: opga:nk? Opm. zangerig gerekt, met name de ng.  opga͂nk (Heers) lente [ZND 30 (1939)] III-4-4
lepbig lebberaar: lɛbǝrē̜r (Heers) Een big die met koemelk wordt grootgebracht. [N 19, 15; N 19, 16; monogr.] I-12
lepel leper: løpər (Heers), ləpər (Heers) Lepel (juiste dialectuitspraak) [ZND 37 (1941)] || lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)] III-2-1
leugen leugen: da n lyəgə (Heers) Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] III-3-1
leunstoel zetelstoel: zi̯ɛtəlstuu̯əl (Heers), zi̯ɛtəstuu̯əl (Heers) een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)] III-2-1
leurder leurder: ps. omgespeld volgens IPA.  leͅur’dər (Heers) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leven leven: znd 34, 82a;  lîevə (Heers) leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)] III-2-2
leven (zn) leven: lîevə (Heers, ... ), lîêvə (Heers) leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34] III-2-2
leverpastei leverpat: līəvərpá’teͅi (Heers) leverpastei [Goossens 1b (1960)] III-2-3