20514 |
leverworst |
leverpens:
liëverpens (P197p Heers),
witte pens:
wi̞tə pɛ̄.ns (P197p Heers)
|
leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
24342 |
libel en waterjuffer |
schaar:
schiejer (P197p Heers),
waterjuffrouw:
wetterjuffrouw (P197p Heers),
waterschaar:
wetterschier (P197p Heers)
|
waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)]
III-4-2
|
21506 |
liberaal |
liberaal:
da nə lɛbəraoəl (P197p Heers)
|
Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17540 |
lichaam |
corpus (lat.):
Voor welgestelde personen
korəpəs (P197p Heers),
lijf:
lee-əf (P197p Heers)
|
het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
22750 |
lied, liedje |
airtje:
(liedje)
airke (P197p Heers),
liedje:
litsjə (P197p Heers),
(lied)
litje (P197p Heers)
|
Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || liedje [RND]
III-3-2
|
19085 |
liegen |
liegen:
liege (P197p Heers)
|
liegen [ZND 25 (1937)]
III-3-1
|
17647 |
lies |
lies:
lis (P197p Heers),
lęi̯s (P197p Heers)
|
De twee huidplooien die de grens vormen tussen het onderste gedeelte van de buik en het bovenste gedeelte van het been. Zie afbeelding 2.28. [JG lb; N 8, 32.10] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c]
I-12, I-9
|
24343 |
lieveheersbeestje |
lievevrouwbeestje:
ook in ZND 16, 006
livvevroobéske (P197p Heers),
onzelievevrouwbeestje:
oͅslivəvrouwbeͅskə (P197p Heers),
roodborstje:
ook in ZND 16, 006
robäskə (P197p Heers),
smoutbeestje:
ook in ZND 16, 006
smaadbéske (P197p Heers)
|
lieveheersbeestje [ZND 05 (1924)], [ZND B2 (1940sq)]
III-4-2
|
17816 |
liggen |
liggen:
ligge (P197p Heers)
|
liggen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
18831 |
lijden |
lijden:
leͅjə (P197p Heers)
|
lijden [ZND A2 (1940sq)]
III-1-4
|