e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
minderjarig minderjarig: znd 31, 23a  minderjeurig (Heers), mindérjörég (Heers), nog niet jarig: znd 31, 23a  nog nie jaorig (Heers) minderjarig [ZND 31 (1939)] III-2-2
minnares bijzit: beijezit (Heers) een concubine, bijzit, bijwijf [N 96D (1989)] III-2-2
mirakel mirakel (<fr.): miraakel (Heers) Een wonder [wó.nder, wónger, miraakel]. [N 96D (1989)] III-3-3
mis mis: mès (Heers) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met drie heren mis bet drie heren: en mès be drē heere (Heers) Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis uit dankbaarheid dankmis: dankmès (Heers) Een H. Mis uit dankbaarheid, tot zekere intentie. [N 96B (1989)] III-3-3
mis voor een overledene zielenmis: zielmès (Heers) Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misboek op het altaar groot missaal: graote missaol (Heers) Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
misdienaar misdienaar: də mɛisdinər (Heers), enə meisdi:nər (Heers), mèsienaar (Heers), misdiender: meisdiender (Heers), meisdinder (Heers) Een koorknaap (misdienaar). [ZND B1 (1940sq)] || Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)] || Hoe heet de jongen die de mis dient? [ZND 36 (1941)] III-3-3
misdienaarstoga misdienaarkleren: mèsdienerklèjer (Heers) De rode of de zwarte toog van een misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3