e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peterselie petersel: pētərsil (Heers), peͅitərsel (Heers) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
peul, dop (znw) schaal: skuələ (Heers) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: puələ (Heers, ... ) [Goossens 2c (1963)] [ZND B2 (1940sq)] I-7
peulerwten kikkelerwten: kiə.kəlēͅ.rtə (Heers) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulvruchten doppen peulen: puələ (Heers) doppen, peulen (erwten of bonen uit de pel doen) [ZND B2 (1940sq)] III-2-3
piepen piepen: pīpǝ (Heers) Geluid voortbrengen, gezegd van een jonge kip. [N 19, 48; monogr.] I-12
pijn pijn: pên (Heers), pɛ.in (Heers) pijn [RND], [ZND 08 (1925)] III-1-2
pikbinder zichtmachine: zī.x[machine] (Heers) Machine die niet alleen maait, maar het koren ook tot schoven samenbindt. Zie afbeelding 6. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [machine] zie het lemma ''maaimachine'' (3.2.18) in aflevering I.3. Kaart 36 is een woordkaart gebaseerd op het materiaal uit dit lemma; kaart 37 is een betekeniskaart, gebaseerd op het materiaal uit dit lemma èn het lemma ''graanmaaimachine'' (4.5.2) en toont waar men met de termen zicht- en pikmachine ofwel de enkelvoudige maaimachine ofwel de combinatiemachine, pikbinder, aanduidt.' [N J, 4a; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
pikkeling, zwad met een slag afgepikt houw: hǫu̯ (Heers) Hoeveelheid graan die men met één slag afpikt; vergelijk het lemma ''zwad, houw'' (3.1.4) in aflevering I.3. De enqu√™tes van Goossens hebben voor dit begrip niet veel opgaven opgeleverd; de vraag uit N 15, 16 levert slechts indirect materiaal op voor het begrip "pikkeling". Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf.' [A 23, 16.1a; L 48, 34.1a; Lu 1, 16.1a; Lu 2, 34.1a; monogr.; add. uit N 15, 16e; JG 1a, 1b, 1c, 2c] I-4
pil pil: pil (Heers) pil [ZND A1 (1940sq)] III-1-2