e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taart gteau (fr.): met toelichting van de bereidingswijze  gatau (Heers) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] III-2-3
tabernakel tabernakel (<lat.): tabernakel (Heers) Het tabernakel, het rijkversierd kastje (op het hoofdaltaar of op het sacra-mentsaltaar), waarin het Allerheiligste bewaard wordt. [N 96A (1989)] III-3-3
tafel tafel: tofəl (Heers), toͅfəl (Heers) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || tafel [ZND 49 (1958)] III-2-1
tafelmes tafelmes: tofəlmeͅi̯əs (Heers) mes dat men aan tafel gebruikt [N 20 (zj)] III-2-1
takken (coll.) kop: kop (Heers), koͅp (Heers), krop: krop (Heers) takken, coll. [ZND 35 (1941)] III-4-3
tand tand: tand (Heers) een tand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
tand, tanden tand(en): tā.nt (Heers  [(mv tān)]  ) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tanden van de hooihark tanden: tãn (Heers) De houten pennen die aan beide zijden uit de dwarsbalk van de hooihark steken; zie afbeelding 11, d. Alle opgaven zijn in het meervoud. [N 18, 92d] I-3
tandpijn pijn zijn tanden: peen m`n taaən (Heers), tandpijn: tandpɛin (Heers) ik heb tandpijn [ZND 34 (1940)] III-1-2
tante tant: taant (Heers), ta͂nt (Heers), tânt (Heers) tante (moei) [ZND 11 (1925)] III-2-2