e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heers

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trom trommel: tromməl (Heers) Trommel. [ZND B2 (1940sq)] III-3-2
trommeltje trommel: truməl (Heers) trommeltje [RND] III-3-2
trompet trompet: [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  trompet (Heers) het koperen blaasinstrument met een schetterende, doordringende toon [trompet, toet] [N 112 (2006)] III-3-2
tros vruchten trossel: troəsel (Heers) tros [ZND 32 (1939)] I-7
trots hovaardig: hoviaadig (Heers) groots [ZND 24 (1937)] III-1-4
trouwboekje trouwboekje: trauwbeukske (Heers) het trouwboekje [trouwbusj-je] [N 96D (1989)] III-2-2
trouwen trouwen: traawe (Heers) Trouwen, mensen in de echt verbinden [trouwe]. [N 96D (1989)] III-3-3
trouwring trouwring: trauwrink (Heers) een trouwring [N 96D (1989)] III-2-2
tuierpaal tuierijzer: tørɛzǝr (Heers), tuierijzerpilot: tøręzǝrplǫt (Heers) De tuierpaal is een houten of ijzeren paal die men met de tuierhamer in de grond slaat en waaraan de koe of geit wordt vastgebonden. [N 14, 72 en 73a; N 3A, 14h; JG 1c, 2c; L 40, 21a; L B2, 286; A 17, 20; monogr. add. uit N 14, 71] I-11
tuinhuisje lommerhuis: lumərhoͅəs (Heers) zomerhuisje (in de tuin) [ZND B1 (1940sq)] III-2-1