23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
oafloeat verdienen (P197p Heers)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23781 |
een askruisje halen |
assekruisje halen:
en assekreuske haalen (P197p Heers)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20505 |
een borrel drinken |
een bakje leegmaken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
bekske leeg moake (P197p Heers),
een drupje drinken:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
en droeupke dreenke (P197p Heers)
|
druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|
20941 |
een boterham smeren |
een boterham bereiden:
enə bōtəram brēͅjə (P197p Heers)
|
smeren [RND]
III-2-3
|
22484 |
een cadeau geven |
schenken:
sxeinkə (P197p Heers)
|
Schenken. [ZND A1 (1940sq)]
III-3-2
|
34532 |
een ei |
ei:
ē (P197p Heers),
ēi̯ǝ (P197p Heers),
ęi̯.ǝ (P197p Heers),
eitje:
ęi̯kǝ (P197p Heers)
|
[L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.]
I-12
|
34541 |
een ei afpellen |
schellen:
skęlǝ (P197p Heers)
|
Een ei van de schaal ontdoen. [N 19, 55b; A 39, 9b]
I-12
|
34534 |
een ei schouwen |
keuren:
kyǝrǝ (P197p Heers)
|
Men schouwt een ei om na te gaan of het bevrucht is en of het nog goed is voor consumptie. Men doet dit door het ei naar het licht te houden. Ook kan men controleren of het ei goed is door het in water te leggen. Als het zinkt, is het goed. [N 19, 56]
I-12
|
23950 |
een gelofte doen |
gelofte doen:
gelofte dŭn (P197p Heers)
|
Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19855 |
een huis huren |
huren:
hy(3)̄rə (P197p Heers)
|
een huis huren [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|