e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q094p plaats=Hees

Overzicht

Gevonden: 1269
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kraag kraag: kraog (Hees) kraag [ZND 28 (1938)] III-1-3
kraan van de metalen gierton kraan: krǭn (Hees) De kraan van de zinken gierton bestaat uit een korte, met een schuif of klep te sluiten buis, die van achteren voorzien is van of zich voortzet in een schuine of opgebogen lip of plaat. Als de kraan geopend is, stroomt de gier uit de ton tegen deze lip op waardoor zij zich in een wijde boog verspreidt. De in dit lemma opgenomen termen hebben achtereenvolgens betrekking op de kraan, het sluitstuk als geheel, het gierverspreidend onderdeel daarvan en de schuif of klep waarmee de kraan geopend en gesloten wordt. [JG 1a + 1b; N P, 6; N 11A, 54c; monogr.] I-1
kraanvogel kroenekraan: krunekraon (Hees) kraanvogel (114 alleen op trek; nu vrij zeldzaam; in grote V-vormige troepen overvliegend; alleen in Oost-Brabant; overnachtend bij vennen [N 09 (1961)] III-4-1
krabben dabben: dabbe (Hees), kretsen: kretse (Hees, ... ) krabben: schuren, krabben tegen jeuk [schobbe] [N 10 (1961)] || krabben: zijn hoofd krabben tegen jeuk [kraowe] [N 10 (1961)] III-1-2
kramsvogel sjakker: sjakker (Hees) kramsvogel (25 groter dan koperwiek [021]; vaak in diens gezelschap; heeft grijze kop en stuit; ook alleen wintervogel; roep [tjak-tjak-tjak] [N 09 (1961)] III-4-1
krassen bekretsen: bəkreͅtsə (Hees) krassen [ZND 01 (1922)] III-4-4
kreeft kreeft: ook in ZND 28, 048  kreef (Hees) kreeft [ZND 01 (1922)] III-2-3
krentenbrood krentenmik: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  kreͅntemik (Hees) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreunen van de pijn janken: jānk (Hees) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kreupel kreupel: kri-èpele minsch (Hees) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2