e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q094p plaats=Hees

Overzicht

Gevonden: 1269
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ladderboom ledderboom: lɛdǝrbō.m (Hees), (mv)  lɛdǝrbɛ̄m (Hees) Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b] I-13
laden laden: lǭi̯ǝ (Hees) De kar laden. Vergelijk ook WLD I, afl. 4, p. 84 ev [JG 1a, 1b; L 37, 14; Wi 33, 39; add. bij N 18] I-10
lading vracht: vrax (Hees) Datgene wat op de kar of kruiwagen wordt geladen. [JG 1a, 1b; Wi 52; monogr.] I-10
lage kachel voor de ketel met was of veevoer kookstoofje: ku̯ǫkstɛfkǝ (Hees) De lage kachel waarop de ketel met was of veevoer verwarmd wordt. De benamingen met ketel doen denken aan een gecombineerde ketel en kachel, vast verbonden, met een grote inhoud. Een bereklauw heeft drie poten. De kachel dient niet om een ruimte te verwarmen. Sommige benamingen wijzen op de afwezigheid van een kachel of op de aanwezigheid van een open vuur. Zie ook afbeelding 8 bij het lemma "voorstal" (2.2.5). [L 23, 58c; monogr.] I-6
lam lam: lā.mp (Hees) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lammeren lammen: lamǝ (Hees) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamoen kerstel: kǝrstɛ.l (Hees) Het voorstel in z''n geheel: de twee berries en de verbindingsscheien. De benaming voor het lamoen komt voornamelijk voor in het zuidoosten van Belgisch Limburg en in het zuiden van Nederlands Limburg. [N 17, 50b + 90; N G, 54b + 56h + 64a; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
landjeveroveren land werpen: laand wèirpe (Hees) Lievelingsspel 4. [SND (2006)] III-3-2
landrol wel: wɛl (Hees) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streek: strēk (Hees) streek [ZND A1 (1940sq)] III-4-4