e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

Gevonden: 2777
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwen nirken: nirkə (Heijen) met lange tanden eten III-2-3
kieskauwer lekmuil: lɛkmul (Heijen), lekneus: lɛknø̄s (Heijen), leksnuit: lɛksnyt (Heijen), zatvreter: zat˃vrēͅtər (Heijen) kieskeurig persoon, iemand voor wie het beste en het lekkerste nog niet genoeg is || smulpaap, verwende eter III-2-3
kieskauwerig tetserig: tɛtsərex (Heijen) kieskeurig wat eten betreft III-2-3
kieskeurig kommerlijk: Hïj is enne kummeleken èèter  kummelek (Heijen), zie kummelek ook lastig dreinend  kuumelek (Heijen) kieskeurig III-1-4
kieuwen kieuwen: kieuw (Heijen), kieuwen (Heijen) kieuw [SGV (1914)] || kieuwen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
kiezel, kiezelsteen kiesje: kīēsk (Heijen) kiezel [SGV (1914)] III-4-4
kikker kikvors: kikvorsch (Heijen) kikvorsch [SGV (1914)] III-4-2
kikkers kikvorsen: kikvorsen (Heijen) De ijzeren of houten bekjes aan de voorzijde van de roede waaraan het zeil wordt vastgemaakt. In l 381 waren de kikkers van hout omdat de molen houten roeden had. [N O, 5d; A 42A, 69; N O, 5e] II-3
kikkervisje dikkop: dikkop (Heijen, ... ) dikkop || kikkervisje III-4-2
kin kin: kin (Heijen) kin [DC 01 (1931)] III-1-1