21339 |
kostganger |
kostganger:
kostgänger (L165p Heijen)
|
kostganger [SGV (1914)]
III-3-1
|
20650 |
kotelet, ribstuk |
karbonade:
kērmĕnāōi (L165p Heijen),
kɛrmənōͅi̯ (L165p Heijen),
kɛrmənōͅt (L165p Heijen)
|
gebraden varkensrib (karbonade) [DC 30 (1958)] || karbonade
III-2-3
|
31405 |
kotterboor |
kotterboor:
kǫtǝrbǭr (L165p Heijen)
|
Boor waarmee men rondom een voorgeboord gat grotere gaten van verschillende middellijn kan boren. De kotterboor bestaat uit een boorijzer waarin een beweegbare beitel is aangebracht die met behulp van een spie kan worden vastgezet. Wanneer het penvormige uiteinde van de kotterboor in een voorgeboord gat wordt geplaatst, snijdt de beitel evenwijdig hieraan een ringvormig gat uit. In tegenstelling tot de penboor heeft de kotterboor slechts één snijkant. De kotterboor is alleen te gebruiken voor doorlopende gaten, de penboor kan ook gaten met een bodem erin maken. Zie ook afb. 114. [N 33, 147]
II-11
|
31309 |
koudbeitel |
koudbeitel:
kalt˱bęjtǝl (L165p Heijen)
|
In het algemeen een beitel waarmee op koud ijzer wordt gewerkt. De koudbeitel is meestal zeskantig in doorsnee, soms ook rond of ovaal. Het werktuig wordt voor diverse werkzaamheden gebruikt zoals het weghakken van bramen en lasslakken, het doorhakken van bouten en het splijten van metaal. De koudbeitel is soms van een steel voorzien. Zie ook afb. 49. [N 33, 109; N 33, 112-113; N 64, 69b; monogr.]
II-11
|
25109 |
koude noordenwind, bijs |
koude wind:
ene kalde wiend (L165p Heijen)
|
koude [een ~ wind] [SGV (1914)]
III-4-4
|
18195 |
kous: algemeen |
kous:
kous (L165p Heijen)
|
kous [SGV (1914)]
III-1-3
|
19621 |
kouter |
kouter:
kǭltǝr (L165p Heijen)
|
Het lange smalle mes dat (achter de voorschaar) aan de ploegboom is bevestigd en dat bij het ploegen de voor vertikaal afsnijdt. [N 11, 31.I.c; N 11A, 85b; JG 1a + 1b; A 26, 4a; L 1 a-m; L 28, 40; Lu 4, 4a; S 19; monogr.]
I-1
|
34491 |
kraaien, gezegd van de haan |
kraaien:
krɛ̄i̯ǝ (L165p Heijen)
|
[N 19, 49; Vld.; monogr.]
I-12
|
17562 |
kraakbeen |
knoers/knors:
knoers (L165p Heijen)
|
kraakbeen [SGV (1914)]
III-1-1
|
20139 |
kraambed |
kraam:
kraom (L165p Heijen)
|
kraambed
III-2-2
|