e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuiver stuiver: nog een v-tje op de u  stüver (Heijen) stuiver [SGV (1914)] III-3-1
stuk grond plak grond: plak grōnt (Heijen), stuk: støk (Heijen), stukje grond: støkskǝ grōnt (Heijen) Een stuk land, een perceel grond, in het algemeen. [N 27, 2a en 5; Vld.; N 11A, 106 add.; monogr.] I-8
stuk onontgonnen grond stuk wilde grond: støk wēldǝ grōnt (Heijen) Een stuk woeste grond, nog niet ontgonnen hei, veen of moeras. [N 27, 4a; N 11, 6; N 11A, 112; ALE 254] I-8
stuks -vee einden: ɛndǝ (Heijen) Een boer heeft 10, 12, 14 enz. stuks vee. [N 3A, 2] I-11
stuntelen aanklooien: Ik kloj mar wat én óp d¯n trèkbuu.l Hïj zè.j noks én lie.t de blaage mar wat énklojje  énklojje (Heijen), haffelen: Stôt nie mit die vaos te haffele, drék lôtte ze valle  haffele (Heijen) aanmodderen, maar iets doen || onhandig doen III-1-4
suiker suiker: sükker (Heijen) suiker [SGV (1914)] III-2-3
suikerbiet suikerbiet: sȳkǝrbit (Heijen) Beta vulgaris L. subsp. vulgaris, var. altissima. De suikerbiet is een veredeling van de voederbiet met een groot aandeel suikers in de vaste bestanddelen en dateert van het begin van de twintigste eeuw. De knol groeit helemaal onder de grond en gedijt het best op kleigronden. Het is één van de belangrijkste cultuurgewassen op de leemhoudende gronden in Limburg en levert de grondstoffen voor de stroopfabricage en voor de suikerindustrie in Haspengouw. De volgorde van de varianten is zoals steeds eerst naar het tweede element (biet, kroot, enz.); daarbinnen naar de varianten van suiker-; naar het vocalisme zijn in dit eerst lid drie groepen te onderscheiden, die wijzen op verschillende ontleningslagen, corresponderend aan de Nederlandse (ø̜i̯) van ɛsuikerɛ, aan de Duitse (u) van ɛZuckerɛ en aan de Franse (y) van ɛsucreɛ. [N 12, 37; N 12A, 2; A 13, 2c; A 49, 3; L B2, 361; L 43, 4a; R 3, 97; monogr.; add. uit JG 1b] I-5
suikerbrood klontjesweg: klø̄ntjəsweͅk (Heijen) suikerbrood III-2-3
suikeroom suikeroom: suŭkeroom (Heijen) erfoom (suikeroom) [DC 05 (1937)] III-2-2
suikertante suikertante: suŭkertānte (Heijen) erftante (suikertante) [DC 05 (1937)] III-2-2