e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heijen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
veer veer: vèèr (Heijen) veer III-4-1
veerpasser veerpasser: vē̜rpɛsǝr (Heijen) In het algemeen een passer waarvan de benen door een stalen veer met elkaar verbonden zijn. Tussen beide benen, die recht of krom kunnen zijn uitgevoerd, is een stelschroef aangebracht. Er bestaan ook veerpassers waarbij beide benen met een veer en een scharnier met elkaar verbonden zijn. Zie ook de lemmata "steekpasser" en "krompasser" en afb. 81. [N 33, 252g; N 66, 1b] II-11
veerpont veer: vêêr (Heijen) veer (overvaart) [SGV (1914)] III-3-1
vegen, keren bezemen: bɛsəmə (Heijen), keren: kēͅrə (Heijen), vegen: vēͅgə (Heijen), vêgen (Heijen) bezemen || vegen [N 18 (1962)], [SGV (1914)] III-2-1
vel op gekookte melk vel: vɛl (Heijen) Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b] I-11
vel op melk vel: vel (Heijen) velletje van melk [DC 39 (1965)] III-2-3
veldleeuwerik, leeuwerik leeuwerik: leùwwerik (Heijen), lèwwerik (Heijen), le- = fr. les  lewerik (Heijen), lieverik: lèvverik (Heijen) leeuwerik [Roukens 03 (1937)], [SGV (1914)] III-4-1
veldmuis sjierpmuis: schierpmuus (Heijen) veldmuis III-4-2
veldsmidse veldsmis(se): vęltsmējs (Heijen) Een verplaatsbare kleine smidsvuurhaard zonder schoorsteen. De veldsmidse bestaat uit een ijzeren vuurhaard in een metalen gestel waaronder een blaasbalg of ventilator is aangebracht die met de hand of met de voet in beweging kan worden gezet. Zie ook afb. 12. [N 33, 308; N 64, 24; N 66, 10a] II-11
veldstrengen ploegkettings: [ploeg]kęteŋs (Heijen) De beide koorden of kettingen waaraan een paard via het zwenghout een akkerwerktuig voorttrekt; vergelijk afb. 98. Deze zijn gewoonlijk langer dan de strengen van een paard dat voor een kar of wagen gespannen is. Termen die toepasselijk zijn op de strengen en het zwenghout tezamen, zijn bijeengezet aan het einde van dit lemma. Voor varianten of delen daarvan in de ''...''-vorm zij verwezen naar de lemmata ''ploeg'' en ''zwenghout''. De in het vorige lemma onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn hieronder meestal door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [.IG 1b + 1c + 2c; N 11A, 103d; N 13, 57 + 58; div.; monogr.] I-2