34305 |
gesneden mannelijk varken |
berg:
bø̜rx (L165p Heijen)
|
Het WNT (II, 1 blz. 1872 s.v. berg (II)) geeft de volgende definitie van berg: "Hetzelfde als Barg (I), inzonderheid toegepast op de mannelijke biggen die, ongeveer drie weken oud, zijn gesneden". [N 19, 8; A 4, 4b; A 4, 4a; L 20, 4b; L 37, 49e; JG 1a, 1b, 2c; S 39; N C, add.; monogr.; N E 1, 12]
I-12
|
34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelt:
gelt (L165p Heijen)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
21319 |
getatewaal |
geteutel:
getottel (L165p Heijen)
|
getatewaal (gebrekkig spreken) [SGV (1914)]
III-3-1
|
18828 |
getob; tobben |
gemartel:
gemārtel (L165p Heijen, ...
L165p Heijen)
|
gemartel [SGV (1914)]
III-1-4
|
20369 |
getuige |
speelknecht:
man
speulkné.cht (L165p Heijen),
spulkné.cht (L165p Heijen),
speelmeid:
vrouw
speulmè.jd (L165p Heijen),
spulmè.jd (L165p Heijen)
|
huwelijksgetuige
III-2-2
|
21321 |
getuigen |
getuigen:
getugen (L165p Heijen)
|
getuigen [SGV (1914)]
III-3-1
|
17808 |
geven |
geven:
gêve (L165p Heijen)
|
geven [SGV (1914)]
III-1-2
|
19146 |
gevoelig |
gevoelig:
Kiek uut, miene vinger is nog steeds é.rg gevuulig
gevuulig (L165p Heijen)
|
gevoelig
III-1-4
|
17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
gevülig (L165p Heijen)
|
gevoelig [SGV (1914)]
III-1-1
|
32966 |
gewas |
gewas:
gǝwas (L165p Heijen)
|
Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.]
I-4
|