e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heiselt

Overzicht

Gevonden: 48

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krul in de staart krolstaart: krǫlstat (Heiselt) [N 76, 16] I-12
kudde volwassen varkens kudde: køt (Heiselt) In dit lemma zijn de benamingen voor "kudde dieren" in het algemeen en "kudde varkens" in het bijzonder opgenomen. Zowel in de "Amsterdamse" als "Leuvense" vragenlijsten was gevraagd naar "kudde dieren". Dieren konden varkens, schapen, koeien, ganzen zijn. De antwoorden die betrekking hadden op specifiek "kudde schapen", "kudde ganzen" zijn bij het hoofdstuk schapen, ganzen ondergebracht. [N 76, 2; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; monogr.] I-12
lang varken lang varken: laŋk vē̜rǝkǝ (Heiselt) Varken met een lange rug. [N 76, 20] I-12
mond- en klauwzeer pootziekte: puu̯tziktǝ (Heiselt) Ziekte waarbij de mond en de klauwen van de varkens zijn aangetast; de dieren weigeren alle voedsel. Het is een besmettelijke ziekte. [N 76, 53; A 48a, 21; monogr.] I-12
onvruchtbaar vrouwelijk varken kwee: kwēi̯ǝ (Heiselt) Door organische afwijkingen onvruchtbaar vrouwelijk varken. [N 76, 10; JG 1c, 2c] I-12
poot poot: puu̯ǝt (Heiselt) [N 76, 12] I-12
ringtang tromptang: tromptaŋ (Heiselt) Tang waarmee men het varken een ring in de neus zet. [N 76, 47] I-12
roede goot: gǫu̯t (Heiselt) Mannelijk geslachtsdeel. [N 76, 14; monogr.] I-12
schreeuwen brullen: brølǝ (Heiselt) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
slobberend geluid maken slobberen: slubǝrǝ (Heiselt) Bij het eten een slobberend geluid maken. [N 76, 34] I-12