e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heks

Overzicht

Gevonden: 914
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uier uier: ø ̝u̯ǝr (Heks), ø̜i̯ǝr (Heks) [JG, 1b; A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a en 39b]Uier, alle tepels samen. [N 19, 19b; JG 1a, 1b] I-12, I-9
uithalen uitholen: ø̜ǝthǭǝlǝ (Heks) Algemene benaming voor het uitkappen van de groeven van een molensteen. Zie voor meer specifieke handelingen bij het uitkappen van de groeven de lemmata ɛbreed scherpenɛ, ɛhol scherpenɛ, ɛdiep scherpenɛ enzovoorts.' [Vds 222; Jan 201; Coe 175; Grof 205] II-3
uitkomen uitkomen: ōǝ.tko.mǝ (Heks) Het boven de grond uitkomen van het gekiemde zaadkorreltje. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit S 17] I-4
uitlopen lopen: lő̜wpǝ (Heks) Gezegd van graankorrels die via een uitgesleten steenbus naar beneden vallen. [Grof 130] II-3
uitspannen uitspannen: ǭǝ.tspanǝ (Heks) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwijken uit de baan varen: ot ˲dǝ bǭǝn vǭǝ.rǝ (Heks), van u varen: van ox ˲vǭǝ.rǝ (Heks) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
vaars vaars: vi̯ās (Heks) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vader pa: pa (Heks) vader; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)] III-2-2
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lē̜.f (Heks) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
van veren wisselen ruizelen: rø̄.zǝlǝ (Heks) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12