e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
niet goed gebroeid te veel opgegoten: tǝvø̄l ǫpgǝgǫwǝtǝ (Helchteren), verbrand: vǝrbrant (Helchteren) Als men bij het broeien te veel of te heet water gebruikt, is het effect averechts: de haren blijven dan erg vast op de huid zitten en laten zich niet gemakkelijk verwijderen. Opgaven als ''het varken is verbranden de huid is verbrand'' zijn versmolten tot één type "verbrand".' [N 28, 23; monogr.] II-1
niet meteen leegbloeden in zijn bloed stikken: (het varken) stekt ew zǝ blut (Helchteren), onder de rib(ben) steken: (het varken is) ǫnǝr dǝ røp gǝstōkǝ (Helchteren), versmachten: (het varken is) vǝrsmaxt (Helchteren) Soms bloedt een varken niet meteen leeg. omdat het niet goed gestoken is. Gevraagd was naar een uitdrukking voor dit niet meteen leegbloeden. Dit heeft voor het lemma tot gevolg gehad, dat er verschillende grammaticale categorieën te weten werkwoorden, zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden, voltooide deelwoorden en zinnetjes in voorkomen. Bij een aantal woordtypen is het varken het subject, bij andere is subject de slachter en bij de overige woordtypen is subject het bloed, de ader of het hart. Deze verdeling is in het lemma aangebracht. [N 28, 15; monogr.] II-1
nijdnagel hijwortel: heiwortəl (Helchteren) Hoe noemt men een los stukje vel aan de rand van de nagel van van een vinger ? (Nederl. nij(d)nagel, dwangnagel, stroopnagel) [ZND 49 (1958)] III-1-2
niknak niknakje: (v.).  neknɛkskəs (Helchteren) Koekjes in de vorm van speelgoedfiguurtjes, voor kinderen (niknak?) [N 16 (1962)] III-2-3
noot noot: neut (Helchteren) noot [DC 47 (1972)] III-2-3
noten afslaan noten afbeugelen: neut afbeugelen (Helchteren) noten afslaan [ZND 36 (1941)] III-2-3
o.l.v.-hemelvaart halfoogst: half oest (Helchteren) Hoe heet bij u de feestdag van O.L.V.-Hemelvaart (15 augustus)? [ZND 17 (1935)] III-3-2
ochtend (vanmorgen ochtend: dezen meergen (Helchteren) s morgens) [ZND 39 (1942)] III-4-4
oester oester: ōēster (Helchteren) oester [Willems (1885)] III-2-3
ogenblikje, korte tijd, eventjes eventjes: effekes (Helchteren) even [ZND 34 (1940)] III-4-4