e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L413p plaats=Helchteren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taart gteau (fr.): (m.).  gatō (Helchteren) Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
tafel tafel: tōͅəfəl (Helchteren), tø&#x0304fəl (Helchteren), tøəfəl (Helchteren) de tafel afvagen [ZND 32 (1939)] || tafel [ZND 49 (1958)], [ZND A2 (1940sq)] III-2-1
tak op ingezaaid land vreewis: vręi̯wes (Helchteren) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
takken (coll.) sop: sop (Helchteren), takhout: takhout (Helchteren), tophout: tophout (Helchteren) takken, coll. [ZND 35 (1941)] III-4-3
takkenbos, bussel hout mutterd: mutterd (Helchteren) takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
tand tand: tānt (Helchteren) een tand [ZND A1 (1940sq)] III-1-1
tand, tanden tand(en): ta.nt (Helchteren  [(mv tān)]  ) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tandpijn tandpijn: tandpein (Helchteren), tandpijn (Helchteren) ik heb tandpijn [ZND 34 (1940)] || Kiespijn. Ik heb kiespijn. [Lk 05 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: ta:ntvli:s (Helchteren) hoe noemt men het tandvlees ? [ZND 49 (1958)] III-1-1
tante tant: tant (Helchteren) tante (moei) [ZND 11 (1925)] III-2-2