17815 |
leggen |
leggen:
laĕggen (L413p Helchteren),
legən (L413p Helchteren)
|
leggen [ZND A1 (1940sq)], [ZND m]
III-1-2
|
21553 |
lei |
lei:
’n lei (L413p Helchteren)
|
Een lei waarop de kinderen schrijven. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
34147 |
leiden |
leiden:
lēǝn (L413p Helchteren),
lɛ̄ǝ (L413p Helchteren)
|
De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
30530 |
leien dak |
leien dak:
lęjǝn dāk (L413p Helchteren)
|
Met leien gedekt dak. Zie ook de lemmata 'Rijndak' en 'Maasdak'. [L 37, 26c; N 79, 5 add.]
II-9
|
33786 |
lendenen en kuil |
miltkuil(en):
mǭlkǫlj (L413p Helchteren)
|
Achter de rug liggen de lendenen. Bij een welgevormd paard gaan de lendenen, die sterk en goed gespierd moeten zijn, ongemerkt in kruis en flanken over. De miltkuilen of -holten vormen het gedeelte van de flanken tussen heupgewricht en de laatste rib, een holte aan de buik ter hoogte van de milt. Een paard heeft bij voorkeur kleine miltkuilen. Zie afbeelding 2.30. [JG 1a, 1b, 2c]
I-9
|
24895 |
lente, voorjaar |
voortijd:
veurtijd (L413p Helchteren)
|
lente [ZND 30 (1939)]
III-4-4
|
19553 |
lepel |
lepel:
lepel (L413p Helchteren)
|
Lepel (juiste dialectuitspraak) [ZND 37 (1941)]
III-2-1
|
25355 |
leren schede |
eren valiesje:
[leren] vǝlīškǝ (L413p Helchteren),
kardoes:
kardus (L413p Helchteren)
|
De slachter draagt vaak aan zijn gordel een leren of houten "holster", waarin hij het gereedschap dat hij tijdens het slachten steeds bij de hand moet hebben, met name de messen, opbergt. Daarnaast heeft hij meestal nog een tas of iets dergelijks bij zich, waarin hij zijn overig gereedschap (de bijl, het schietmasker, de brander e.d.) vervoert. Het is goed mogelijk dat een aantal respondenten op deze tas doelt. Een eventuele toevoeging leren wordt niet fonetisch gedocumenteerd. Zie afb. 3. [N 28, 121a; N 28, 121b; monogr.]
II-1
|
19125 |
leugen |
leugen:
l"gən (L413p Helchteren),
leugens (mv.):
da sin leuges (L413p Helchteren)
|
Dat is een leugen. [ZND 37 (1941)] || een leugen [ZND A1 (1940sq)]
III-3-1
|
19383 |
leunstoel |
zetel:
ziətəl (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren)
|
een leuningstoel [ZND 30 (1939)] || leuningstoel [ZND 01 (1922)]
III-2-1
|