20198 |
leven |
leven:
znd 34, 82a;
lievə (L413p Helchteren)
|
leven; op het einde van zijn leven [ZND 34 (1940)]
III-2-2
|
20188 |
leven (zn) |
leven:
leiven (L413p Helchteren),
lejve (L413p Helchteren)
|
leven; in de fleur van zijn leven [ZND 35 (1941)] || leven; op het einde van zijn leven [ZND 34]
III-2-2
|
17697 |
lever |
lever:
lęi̯vǝr (L413p Helchteren)
|
Grote klier waarin onder andere gal wordt afgescheiden. [N 28, 88c]
I-11
|
21002 |
leverpastei |
leverpastei:
lēͅvərpásteͅi (L413p Helchteren)
|
leverpastei [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
20514 |
leverworst |
leverworst:
lēͅ.vərwoͅrst (L413p Helchteren),
liēverworst (L413p Helchteren)
|
leverworst [Goossens 1b (1960)], [ZND 21 (1936)]
III-2-3
|
21506 |
liberaal |
riberaal:
’t is ne riberaal (L413p Helchteren)
|
Het is een liberaal. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
17540 |
lichaam |
lichaam:
gansch lichaam (L413p Helchteren)
|
het lichaam [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
21473 |
lid van een vereniging |
lid:
e lid van ne bond (L413p Helchteren)
|
Lid van een vereniging. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
22750 |
lied, liedje |
lied:
een lied (L413p Helchteren),
liedje:
lieke (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren),
liiken (L413p Helchteren),
likə (L413p Helchteren),
t lieke (L413p Helchteren)
|
Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || Lied. [Willems (1885)] || Lied: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND]
III-3-2
|
22696 |
liederen (mv.) |
liedjes:
liekens (L413p Helchteren)
|
Lied. [Willems (1885)]
III-3-2
|