23311 |
lof |
lof:
hət loͅf (L413p Helchteren)
|
het lof [RND]
III-3-3
|
34264 |
longen |
longen:
loŋǝ (L413p Helchteren)
|
De longen of de long van het grootvee in het algemeen. [N 28, 88b]
I-11
|
31186 |
loodgieter |
loodgieter:
lūt˲gitǝr (L413p Helchteren)
|
Ambachtsman die vroeger vooral zink en blik bewerkte, loden buizen maakte en herstelde, dakgoten en regenpijpen plaatste en repareerde en, zo blijkt uit de antwoorden van de zegslieden, soms ook waterpompen aanlegde. Tegenwoordig installeert en repareert hij vooral sanitaire installaties en verwarmingstoestellen. Zie ook het lemma "zinkbewerker". Het woord pompenmaker werd in Venray (L 210) en omstreken ook gebruikt als benaming voor een koperslager. Zie ook het lemma "koperslager". [N 64, 161a; L 34, 17a-b; monogr.]
II-11
|
33250 |
loof van de bieten afplukken |
afbladen:
āfblāi̯ǝ (L413p Helchteren)
|
Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.]
I-5
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
scheut:
scheut (L413p Helchteren)
|
loot [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loepen (L413p Helchteren),
loēpen (L413p Helchteren),
lōēpen (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren),
lūpǝ (L413p Helchteren)
|
lopen [ZND 25 (1937)], [ZND m] || lopen: Hebt ge Klaas zien lopen ? [ZND 44 (1946)] || Uit de gevraagde toelichting en bij vraag N 8, 82 blijkt dat gaan de betekenis van "stappen", "stapvoets gaan" heeft, lopen die van "snel lopen" of "draven". [JG, 1b; N 8, 81a en 82]
I-9, III-1-2
|
33395 |
losse voerbak in de varkenswei |
voerbak:
vōrbak (L413p Helchteren)
|
Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b]
I-6
|
22998 |
lot(je) van de loterij |
lot:
loot (L413p Helchteren),
lotje:
lôteke (L413p Helchteren)
|
Lot. [Willems (1885)]
III-3-2
|
19619 |
lucifer |
stekje:
steksken (L413p Helchteren, ...
L413p Helchteren,
L413p Helchteren)
|
lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)]
III-2-1
|
18918 |
lui |
lui:
ook materiaal znd 30, 41(hij is ook zo lui)
lui als ’n verken (L413p Helchteren)
|
lui, traag [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|