e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Helchteren

Overzicht

Gevonden: 2274
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de grond vasttreden, aanstampen trippelen: tri.pǝlǝn (Helchteren) In de moestuin of op een klein perceeltje kan men - wanneer men niet over een hand- of tuinrol beschikt - de bewerkte grond platkloppen met de spade, de schoep of een plet-plank ofwel vasttreden met de voeten, waarbij dan vaak plankjes onder de klompen worden gebonden. Voor de dialectvarianten van het woord(deel) ''treden'' zij verwezen naar het lemma ''het land aftreden''. [JG 1a + 1b + 1d; N P, 20 add.; monogr.] I-2
de helft vragen geef mich daar de helft van: geef mich dao de helft van (Helchteren) Wat roepen de kinderen als ze de helft vragen van iets, bijvoorbeeld van iets dat ze tegelijkertijd hebben gevonden? [ZND 26 (1937)] III-3-2
de huid doorsnijden schurpen: sxørǝpǝ (Helchteren) De eerste snede in de huid maken als begin van het villen. [N 28, 40; monogr.] II-1
de huid oprollen bijeenrolllen: bīnrolǝ (Helchteren) Na het afhuiden wordt de runderhuid opgerold of opgevouwen. Van tevoren vouwt men de huid van de poten en de kop naar binnen. Soms zout men de huid om bederf te voorkomen. [N 28, 55] II-1
de kaarten schudden schieten: de kaarten goed schieten (Helchteren) Hoe heet het dooreenmengen van speelkaarten? Vertaal: De kaarten goed ... [ZND 36 (1941)] III-3-2
de merrie dekken dekken: dękǝ (Helchteren) Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b] I-9
de middag luiden middag luiden: t loit middaag (Helchteren) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
de organen verwijderen de mook uitpakken: dǝ muk ǭtpakǝ (Helchteren) Als het dier opgehangen is, snijdt de slachter de buik open, waarna hij de ingewanden verwijdert. Daarna haalt hij de organen (hart, lever e.d.) eruit. Zie ook het lemma ''ingewanden verwijderen''. [N 28, 87] II-1
de plank missen de plank mankeren: hij hit de plank gemankeerd (Helchteren), langs de plank gooien: hij hit langs de plank gegooid (Helchteren) In vele streken moet de kegelbal een in de grond bevestigde plank raken, wanneer de speler hem wegslingert; wat wordt er gezegd wanneer de speler de plank mist (b.v. de bal er over heen werpt)? [ZND 36 (1941)] III-3-2
de roepen eerste roep: De ierste roop, twiëde roop (Helchteren), eeste roop (Helchteren), o dof en kort  de eerste rop (Helchteren) Hoe noem je de afkondiging van het aanstaande huwelijk in de zondagsmis? De eerste ..., de tweede ... [ZND 41 (1943)] III-3-3