24729 |
esdoorn |
es:
of ahorn, acer pseudoplatanus; fr. érable
es (L413p Helchteren)
|
es, esdoorn [ZND 34 (1940)]
III-4-3
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
āeten (L413p Helchteren),
ieten (L413p Helchteren),
ééətə (L413p Helchteren)
|
eten [RND], [Willems (1885)], [ZND 25 (1937)]
III-2-3
|
20719 |
etensresten |
overschot:
(m.).
ø̄vərsxōt (L413p Helchteren)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18047 |
etter |
zweersel:
zwaersəl (L413p Helchteren)
|
Hoe noemt men het geelachtige of gronachtige vocht, dat uit een zweer komt (Nederl. etter, pus) ? [ZND 49 (1958)]
III-1-2
|
32978 |
evene |
evie:
ē.vi (L413p Helchteren)
|
Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31]
I-4
|
19142 |
fatsoenlijk |
fatsoenlijk:
Des ne fatsounlike mins (L413p Helchteren)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
22431 |
feest |
feest:
fiest (L413p Helchteren),
het fiest verlup, zonner dat er ie lieke woord gezo (L413p Helchteren)
|
Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sint-maarten:
sint marten (L413p Helchteren)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
velo:
ne vilo (L413p Helchteren),
vylo (L413p Helchteren),
vùlo (L413p Helchteren)
|
fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
18121 |
fijt |
fijt:
fijt (L413p Helchteren)
|
ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|