e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dolle kervel dolle kervel: dǫlǝ kē̜rǝvǝl (Heppen) Chaerophyllum temulum L. Een vrij algemeen voorkomend -naar men aanneemt: giftig- onkruid aan bosranden, akkerkanten en beschaduwde wegbermen met een behaarde, roodgevlekte stengel, witte bloempjes in schermen en veervormig, ingesneden donkergroen blad. Het bloeit van mei tot juli en de lente varieert van 60 tot 120 cm. [A 60A, 16; L 1, a-m; L 6, 35; L 15, 8; S 7; monogr.] I-5
donderwolk donderkop: donderkoͅp (Heppen) donderwolk [ZND 33 (1940)] III-4-4
dons, nestveren dons: dons (Heppen) dons [ZND 35 (1941)] III-4-1
dood (bn.) dood: dôôt (Heppen) dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] III-2-2
doodskist kist: kist (Heppen) Hoe noemt men het houten voorwerp, waarin de dode in het graf wordt gelegd? [Lk 01 (1953)] III-3-3
dooier dooiem: dōi̯ǝm (Heppen) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
doopjurkje doopkleed: do.əpkli.ət (Heppen) doopkleed [RND] III-3-3
doopvont doopvont: do.əpfűnt (Heppen) doopvont [RND] III-3-3
dopen dopen: do.pəpə (Heppen), do.əpə (Heppen), do.əpən (Heppen) doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] III-3-3
doperwten peulerwten: pōleͅtə (Heppen) [Goossens 1b (1960)] I-7