e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drijftol kleine dop: klennen dop (Heppen), kokkerel: koekerel (Heppen) Drijftol (speeltuig door middel van een zweep door kinderen gedreven). [ZND 16 (1934)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [Lk 03 (1953)] III-3-2
dringen dringen: dringe (Heppen) niet dringen ! [ZND 33 (1940)] III-1-2
drinkbak voor de kippen drinkbak: driŋkbák (Heppen) De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c] I-6
drinkglas glas: glas (Heppen), pint: pent (Heppen) drinkglas [RND] || glas [ZND 35 (1941)] III-2-1
drinkkuil in de wei waterkot: wǭtǝrkǫt (Heppen) Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.] I-8
drogen, droog worden (van gemaaid gras) drogen: drȳgǝ (Heppen) Het droog worden, gezegd van gemaaid gras. [N 14, 90; monogr.] I-3
droog weer droog: drûûch (Heppen), gedroogd: Algemene opmerking: lijst omgespeld volgens IPA! ps. misschien is het woord droog: [drÁg]? (in de zin staat het als verl. deelwoord).  gədry(3)̄gt (Heppen) droog [DC 45 (1970)], [RND] III-4-4
droogstaan droogstaan: dryǝxstǭn (Heppen) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: drechte (Heppen) droogte [ZND 33 (1940)] III-4-4
druiventros tros druiven: tros drouəvən (Heppen) [ZND 33 (1940)] I-7