23301 |
feest van sinter-greef (halfvasten) |
sinte-greef:
(in Mechelen)
sinte greef (K316p Heppen)
|
Het feest van Sinter-Greef. [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
velo:
ne veelo (K316p Heppen),
ne velo (K316p Heppen),
ne vélo (K316p Heppen),
twieə vlōōs kreuse malkānder (K316p Heppen)
|
De twee fietsers kruisen elkaar, [ZND 29 (1938)] || Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
18121 |
fijt |
fijt:
fijt (K316p Heppen)
|
ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
30800 |
flank |
flank:
flaŋk (K316p Heppen)
|
Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10]
I-9
|
20838 |
flauw |
flauw:
flaa (K316p Heppen),
rins:
rèns (K316p Heppen)
|
flauw, smakeloos [RND] || meeps (flauw van smaak) [ZND 31 (1939)]
III-2-3
|
21345 |
fluisteren |
fezelen:
Van Dale: fezelen, 1. fluisterend praten of zeggen; - smoezen.
frezelen (K316p Heppen),
stilletjes spreken:
stillekes sprèke (K316p Heppen)
|
fluisteren [ZND 30 (1939)] || Niet luid spreken! [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
33755 |
fokmerrie |
kweekmerrie:
kwēkmęri (K316p Heppen)
|
Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b]
I-9
|
34312 |
fokzeug |
zog:
zux (K316p Heppen)
|
Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.]
I-12
|
21556 |
fortuin maken |
geld maken:
He zal geld maken (K316p Heppen)
|
Fortuin. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
22880 |
fout in voetbal |
fool (<eng.):
fo: (K316p Heppen)
|
Strafschop. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|