e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Heppen

Overzicht

Gevonden: 1713
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
libel en waterjuffer waterjuffer: waterjuffer (Heppen) waterjuffer, libel [ZND 34 (1940)] III-4-2
lichaam lichaam: Weinig verschil met leef.  lichĕm (Heppen), lijf: lèĕf (Heppen) het lichaam [ZND 30 (1939)] || het lijf [ZND 30 (1939)] III-1-1
lichtgeraakt, kregel krikkel: ook materiaal znd 28, 49  krikkel (Heppen) kregel [ZND 01 (1922)] III-1-4
lied, liedje liedje: li:kə (Heppen), liike (Heppen), altijd verkleinwoord  lieke (Heppen) Een lied, een liedje. [ZND 30 (1939)] || liedje [GTRP (1980-1995)], [RND] III-3-2
liegen liegen: liege (Heppen) liegen [ZND 25 (1937)] III-3-1
lies plooi: RK: ingegeven dr. plooi v.d. dij ?  de plooi van t bi-ĕn (Heppen), vlies: vlis (Heppen) de lies (plooi van de dij) [ZND 30 (1939)] || Het vel of vlies rond een windei. [JG 1b, 1c, 2c] I-12, III-1-1
lieveheersbeestje lievevrouwbeestje: li:vra:bi:zəkə (Heppen) lieveheersbeestje [DC 49 (1974)] III-4-2
liggen liggen: ligge (Heppen) liggen [ZND 25 (1937)] III-1-2
liggend dakvenster dakraam: dakrǭm (Heppen) Een dakvenster is een liggend raampje op het dak dat meestal geopend kan worden en dat dient ter belichting en beluchting van de zolder, ook wel als toegang tot het dak bij bijv. reparaties of om door naar buiten te kijken. Het is meestal te klein om hooi door te laten, maar grotere vensters kunnen wel daartoe dienen (zie het lemma "hooivenster", 3.4.5). [N 4A, 45c; monogr.] I-6
lijkbidder lijkbidder: znd 1 a-m; znd 30, 25;  lèəkbidder (Heppen, ... ) lijkbidder [ZND 30 (1939)] || lijkbidder (fr. croquemort) [ZND 01 (1922)] III-2-2