32980 |
tarwe |
weit:
wēs (Q278a Herbesthal)
|
Triticum L. Sinds de invoering van betere bemestingmethodes groeit de tarwe ook in de Kempen. Het woordtype koren is als nevenvorm opgegeven in: K 316, 317, 318, 360, L 286, 292, 313, 360, 416, P 45, 119, 175, 192, Q 10, 39 en 97; evenwel alléén in de omzetting van de uitdrukkingen "rogge wordt hoger dan tarwe" of "de tarwe groeit welig" en het kan derhalve niet als een gangbare benaming van de plant worden beschouwd en is zodoende ook niet in het lemma opgenomen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, e.' [JG 1a, 1b; L A1, 82; L 7, 75; L 15, 24; L 28, 33; L 34, 55b; L 35, 61; L lijst graangewassen, 7; S 37; Wi 52; Gwn 9, 2; NE 1, 2; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
33542 |
tuinkervel |
kervel:
kervel (Q278a Herbesthal)
|
kervel [ZND 01 (1922)]
I-7
|
22507 |
verjaardag |
geburtstag (du.):
Karte 183.
Geburtstag (Q278a Herbesthal)
|
Geburtstag.
III-3-2
|
24499 |
vlier |
holunder (du.):
gecombineerd met ZND 8 055, idem
høͅləndər (Q278a Herbesthal)
|
vlierboom (sambucus nigra) [ZND 15 (1930)]
III-4-3
|
23188 |
voetballer |
voetballer:
Karte 165.
fū:s}baller (Q278a Herbesthal),
voetbalspeler:
Karte 165.
fū:s}ballspieler (Q278a Herbesthal)
|
Fussballspieler.
III-3-2
|
23187 |
voetbalspel |
voetbal:
Karte 163.
fū:s}bal m. (Q278a Herbesthal)
|
Fussball(veranstaltung).
III-3-2
|
23028 |
voetbalwedstrijd |
spiel (du.):
Karte 166.
Spiel (Q278a Herbesthal)
|
(Fussball)spiel.
III-3-2
|
24611 |
wilde roos (hondsroos, enz.) |
hagenroos:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
hagerūs (Q278a Herbesthal)
|
egelantier [ZND 01 (1922)]
III-4-3
|
33238 |
winterwortelen |
moren:
mūrǝ (Q278a Herbesthal)
|
Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.]
I-5
|
32970 |
wortel |
wortel:
wǫǝtǝl (Q278a Herbesthal)
|
Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.]
I-4
|