e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Herderen

Overzicht

Gevonden: 837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pasmodel maatkleed: mǭtklēt (Herderen) Kledingstuk dat tot model dient voor een ander kledingstuk of naar grondpatroon uitgevoerd model in dunne katoen, bedoeld als hulpmiddel voor het controleren van de pasvorm (Het Beste Naaiboek, pag. 496). [N 62, 5] II-7
passement bies: bis (Herderen), galon: galǫn (Herderen), siersel: sīrsǝl (Herderen) Sierlint. Boordsel, band of snoer gebruikt tot versiering of omzoming van kledingstukken, meubelzittingen enz. Wat het woordtype galon betreft merken de informanten uit L 265 en L 298a op dat dit sierbandjes zijn met ingeweven figuurtjes of gouddraad erop. [N 62, 58c; N 62, 58b; N 62, 58d; MW] II-7
passen juist mikken: jus mikken (Herderen), juist passen: jus passen (Herderen) Hoe zegt U: het kledingstuk zal goed zitten [N 62 (1973)] III-1-3
patroon, dessin tekening: tēkǝneŋ (Herderen) Het voorbeeld op de patroontekening waarnaar geweven wordt, maar ook het resultaat daarvan in de stof, de tekening die daarin te voorschijn treedt. [N 62, 74a; N 62, 71c; MW] II-7
peen, wortel wortelen: wottele (Herderen) I-7
penis van de stier schacht: šā.x (Herderen) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
peterselie peterselie: pētərsē.li (Herderen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peul, dop (znw) schaal: šōͅl (Herderen), schilver: šeͅ.lvərə (Herderen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulen, doppen (ww.) peulen: pōlə (Herderen) [Goossens 1b (1960)] I-7
peulerwten schaalerwten: šōͅlēͅ.rtə (Herderen) [Goossens 1b (1960)] I-7