e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L330p plaats=Herten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
loopstaken scheerbalken: š ̇īǝrbɛlǝk (Herten) De twee schuine balken aan weerszijden van het uiteinde van de staart van de standerdmolen. Zie ook afb. 21. [N O, 48d; A 42A, 101] II-3
loos knoopsgat blind knoopsgat: blenjtj knǫwps˲gāt (Herten), vals knoopsgat: vals knǫwps˲gāt (Herten) Vals of loos knoopsgat. Zoɛn knoopsgat ziet er uit als een echt knoopsgat, maar is niet ingeknipt. Het wordt precies gemaakt als het echte, maar men moet wat kortere steken maken en niet zo diep in de stof steken.' [N 59, 141] II-7
lopen, gezegd van eenden waggelen: waqǝlǝ (Herten) [N 70, 2; monogr.] I-12
loper loper: lø̜jpǝr (Herten) De bovenste, draaiende molensteen. De loper had in Q 99 drie soorten kerven, de ligger daarentegen maar één. Zie ook het lemma ɛscherpselɛ.' [N O, 17c; A 42A, 31; N D, 7; Sche 47; Vds 85; Jan 121; Coe 98; Grof 117; monogr.] II-3
losgetuigd leiden aan de hand leiden: ān ǝ hanjt lęi̯ǝ (Herten) Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c] I-10
losse paal met draad losse tuin: losǝ tūn (Herten) Losse paal met draad waarmee men de wei kan afsluiten. [N 14, 68c; N 7, 48b; L B 19, 6; A 25, 8] I-8
losse veer veertje: vē̜.rkǝ (Herten) Los latje waarmee twee vloerdelen, die aan beide zijden een groef hebben, met elkaar verbonden kunnen worden. [N 54, 132g] II-9
losse voerbak in de varkenswei voerbak: vōrbak (Herten) Gewoonlijk worden de varkens binnen gevoerd. Soms echter gebruikte men een losse voerbak voor buiten, in de varkenswei; over deze laatste bak gaat het in dit lemma. Zie voor de fonetische documentatie van (trog) het lemma "varkenstrog" (2.4.3). [N 5A, 61b] I-6
losse voerbak voor runderen trog: trǭx (Herten) Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.] I-6
luchtbel lochtbel: lox˱bɛl (Herten) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9