34476 |
mannelijk kuiken |
haantje:
hē̜nkǝ (L330p Herten)
|
[N 19, 41b; L A2, 507]
I-12
|
34393 |
mannelijk schaap |
bok:
buk (L330p Herten),
ram:
ram (L330p Herten)
|
Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.]
I-12
|
24204 |
mannelijke eend |
wender:
wēndǝr (L330p Herten),
wē̜njǝr (L330p Herten)
|
[GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.]
I-12
|
24206 |
mannelijke gans |
gant:
gānjt (L330p Herten),
wender:
wē̜njǝr (L330p Herten)
|
[A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
34446 |
mannelijke geit |
bok:
buk (L330p Herten),
geitenbok:
gęi̯tǝbuk (L330p Herten)
|
[N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.]
I-12
|
34555 |
mannelijke kalkoen |
schroethaan:
šrūthān (L330p Herten)
|
[A 6, 3a; S 16; L 1, 113; R 14, 3; monogr.]
I-12
|
30199 |
mansarde-dak |
mansarde:
mansart (L330p Herten)
|
Dak waarbij elk van de dakschilden twee vlakken vormt die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten. Het mansardedak werd ontworpen door de Franse architect François Mansart (1598-1666). Zie ook afb. 48c. [N 54, 170a; N 32, 43b]
II-9
|
30647 |
marmerglaceerkwast |
glaceerkwast:
glasērkwas (L330p Herten),
marmerglaceerkwast:
marmǝrglasērkwas (L330p Herten)
|
Zachtharige kwast die wordt gebruikt voor het opbrengen van zeer dunne olieverftinten over nagebootst marmer. [N 67, 39c]
II-9
|
30665 |
marmerklopper |
granietklopkwast:
granitklǫpkwas (L330p Herten),
klopkwast:
klǫpkwas (L330p Herten)
|
Tamponneerkwast voor het imiteren van sommige marmersoorten. De kwast bestaat uit een houten of zinken voetplaat waaraan rubber strookjes bevestigd zijn. De kwast wordt ook wel gebruikt bij de glaceertechniek, een versieringsmethode waarbij op een gedekte ondergrond een laag glaceersaus wordt aangebracht die vervolgens met de kwast wordt bewerkt. In Q 121 werd op deze wijze met de 'strener' een kronkelende beweging gemaakt waardoor in de glaceersaus een streperig motief ontstond. [N 67, 50]
II-9
|
30649 |
marmerpenseel |
letterzetter:
lętǝrzętǝr (L330p Herten),
marmerpenseel:
marmǝrpɛnsēl (L330p Herten)
|
Smal penseel gebruikt bij het imiteren van marmer. [N 67, 39e]
II-9
|