e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L330p plaats=Herten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vernissen vernissen: fǝrnīsǝ (Herten), vǝrnīsǝ (Herten) Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.] II-9
verse koe verse koe: vɛrsǝ ku (Herten) Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60] I-11
versieren net maken: nęt mākǝ (Herten), optuigen: ǫptȳgǝ (Herten), versieren: vǝrsīrǝ (Herten) De molen bij feestelijke gelegenheden uitvoerig versieren. In l 432 werden de roeden dan in een overhoekse stand geplaatst. In l 318 en l 321 werd de molen bij processies en openbare feesten versierd. Zie ook afb. 5. [N O, 8g] II-3
verspreid gras sprei: špręi̯ (Herten) Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98] I-3
verstek lijstnaad: l ̇īsnǭt (Herten), verstek: vǝrštē̜k (Herten  [(uitspraak van ouderen)]  ), vǝrštɛk (Herten  [(uitspraak van jongeren)]  ), verstekhoek: vǝrštē̜khōk (Herten), versteknaad: vǝrštē̜knǭt (Herten) Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.] II-12
verstekbak verstekbak: vǝrštē̜k˱bak (Herten), versteklade: vǝrštē̜klāj (Herten) Gootvormig houten gereedschap met schuine zaagsneden in de twee opstaande kanten, dat dient om het daarin geplaatste werkstuk in verstek te zagen. Als zaag wordt daarbij meestal een kapzaag gebruikt. Zie ook afb. 117. [N 53, 214a; monogr.] II-12
verstekhaak verstekhaak: vǝrštē̜khǭk (Herten, ... ) Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e] II-11, II-12
verstekken verstekken: vǝrštē̜kǝ (Herten) Het werkstuk in verstek brengen. [N 53, 203b] II-12
verstekklem lijstenklem: līstǝklɛm (Herten) Werktuig om in verstek bewerkte hoeken van lijsten na het lijmen vast te klemmen. Zie ook afb. 123. [N 53, 220b-c] II-12
verstekschaafblok verstekblok: vǝrštē̜.k˱blǫk (Herten) Werktuig in de vorm van een langwerpig blok waarop twee driehoekige blokjes zijn bevestigd, waartussen het te bewerken stuk hout vastgeklemd kan worden. In de verstekschaafblok vastgezette werkstukken kunnen langs de schuine zijde van het blok in verstek geschaafd worden. Zie ook afb. 118. [N 53, 214b; monogr.] II-12