26044 |
bovenbalk |
bovenbalk:
bǭvǝbalǝk (L330p Herten)
|
De horizontale balk in het voorkeuvelens ter hoogte van de wolf in het achterkeuvelens. Op de bovenbalk is de makelaar geplaatst. Zie ook afb. 15. [N O, 45g]
II-3
|
33798 |
bovenbeen |
bovenbeen:
bǭvǝbęi̯n (L330p Herten)
|
Zie afbeelding 2.21. [N 8, 32.3]
I-9
|
26306 |
bovenbonkelaar |
kroonrad:
krūǝ.nrāt (L330p Herten)
|
De bonkelaar aan de bovenzijde van de koning dat bij sommige Hollandse molens de wieg vervangt. [N O, 50g; Sch 39a; A 42A, 103; monogr.; A 42A, 11; A 42A, 11 add.]
II-3
|
25491 |
bovenkant van het brood |
korst:
kors (L330p Herten)
|
[N 29, 54a; monogr.]
II-1
|
26035 |
bovenkepers |
bovenkepers:
bǭvǝkę̄pǝrs (L330p Herten)
|
De verticale balken die op de wolf zijn bevestigd. Zie ook afb. 18. [N O, 44m]
II-3
|
29058 |
bovenkraag |
bovenkraag:
bǭvǝkrāx (L330p Herten)
|
Het buitenste of bovenste gedeelte van de kraag dat in het zicht komt. [N 59, 121a]
II-7
|
25963 |
bovenkruier |
bovenkruier:
bǭvǝkryjǝr (L330p Herten),
hollandse molen:
hǫlǝnšǝ mø̄lǝ (L330p Herten)
|
Algemene benaming voor een molen met een draaibare kap. Zie ook afb. 7, 8 en 9. [N O, 32f; Sche 4; A 42A, 53add.; N O, 32c]
II-3
|
30325 |
bovenlicht |
bovenlicht:
bǭvǝlēx (L330p Herten)
|
Zie kaart. Met de term 'bovenlicht' kan zowel een vast raam boven een (voor)deur als het al dan niet naar binnen openklappend bovenste deel van een raam worden bedoeld. De woordtypen 'waaier', 'waai', 'spinnekop', 'deurlicht' en 'deurvenster' duiden specifiek een vast raam boven een deur aan. [S 4; L 1 a-m; L 22, 10; L B1, 170; N 55, 54a; A 46, 10a, add.; A 46, 10c; A 49, 10; monogr.]
II-9
|
26275 |
bovenschijf |
bovenste schijf:
bø̄vǝlstǝ šīf (L330p Herten)
|
De bovenste van de twee schijven van het rondsel. Zie ook afb. 58. [N O, 14d]
II-3
|
31711 |
bovenste handvat |
(bovenste, bovelste, lange, grote, achterste) kruk:
krøk (L330p Herten)
|
Het bovenste handvat van de steel van de zeis, dat in de linkerhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het lange T-vormige handvat, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de opgaven opgenomen waar het bovenste handvat kort en recht is of waar dit bovenste handvat ontbreekt (model B). Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het onderste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (bovenste, lange, grote, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A1 en B1.' [N 18, 67b; N C, 3b1; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-3
|