29927 |
tegelzetter |
tegelzetter:
tēgǝlzetǝr (L330p Herten)
|
Arbeider die in een bouwwerk de vloer- en muurtegels plaatst. [N 32, 41d; N 30, 3e]
II-9
|
31863 |
tegen de draad in schaven |
tegen de draad in schaven:
tē̜ŋǝ dǝn drǭt˱ en šāvǝ (L330p Herten),
tegen de vezel in schaven:
tē̜ŋǝ dǝ vēzǝl en šāvǝ (L330p Herten)
|
Tegen de richting van de houtvezels schaven. [N 53, 115]
II-12
|
31896 |
tegen de draad inschuren |
tegen de draad in schuren:
tē̜ŋǝ dǝn drǭt˱ en šūrǝ (L330p Herten),
tegen de draad schuren:
tē̜ŋǝ dǝn drǭt šūrǝ (L330p Herten)
|
Het hout tegen de richting van de houtvezels schuren. [N 53, 155f]
II-12
|
29092 |
tegenknoop |
tegenkijker:
tē̜ŋǝkīkǝr (L330p Herten)
|
Knoopje dat moet voorkomen dat de knopen op de goede kant de stof inscheuren. Tegenknoopjes zijn praktisch voor sluitingen waarop veel spanning staat en voor sluitingen in dikke stof. [N 59, 137]
II-7
|
31983 |
tekenaar |
tekenaar:
tęjkǝnīǝr (L330p Herten),
tekenbaas:
tęjkǝnbās (L330p Herten)
|
De persoon die de werktekeningen maakt. [N 53, 205c]
II-12
|
31982 |
tekenen |
een constructietekening maken:
ęjn kǫnštrøksitęjkǝneŋ mākǝ (L330p Herten),
schetsen:
šɛtsǝ (L330p Herten),
tekenen:
tęjkǝnǝ (L330p Herten)
|
ksitęjkǝnǝ L 271; een constructietekening maken: ęjn kǫnštrøksitęjkǝne [N 53, 205a]
II-12
|
32965 |
telen, verbouwen |
telen:
tēlǝ (L330p Herten),
verbouwen:
vǝrbuu̯ǝ (L330p Herten)
|
Het voor gebruik tot ontwikkeling brengen van een gewas. Zie ook de meer specifieke lemma''s ''zaaien'' (2.1) en ''poten, planten'' in aflevering I.5. Voor twachten zie Rutten, Haspengouwsch Idioticon 239: "winnen van zaad". [N Q, 9; L 1 a-m; S 20; Wi 43; monogr.]
I-4
|
26248 |
tempel |
temper:
tęmpǝr (L330p Herten)
|
Het lange, zware hout om de roeden of de as op te tillen. [N O, 35a]
II-3
|
30619 |
temperen |
mengen:
meŋǝ (L330p Herten),
temperen:
tɛmpǝrǝ (L330p Herten)
|
Het vermengen van de droge verfstoffen met olie. [N 67, 26a]
II-9
|
30622 |
tempermes |
tempermes:
tɛmpǝrmɛts (L330p Herten)
|
Dun, meer of minder veerkrachtig, geheel plat mes met afgerond uiteinde. Het tempermes wordt door de schilder gebruikt om kleine hoeveelheden verf te mengen en om gewreven verf van de wrijfsteen af te schrapen. Zie ook de toelichting bij het lemma 'Olieverf'. [N 67, 26f]
II-9
|