18074 |
verkouden |
bevangen:
bǝvaŋǝ (L330p Herten),
verkoud:
vǝrkāi̯t (L330p Herten),
vervangen:
vǝrvaŋǝ (L330p Herten)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
30376 |
verlaagd plafond |
verlaagd plafond:
vǝrlī.xtj plǝfǫŋ (L330p Herten)
|
Loze zoldering die wordt aangebracht om de hoogte van een vertrek te verminderen. [N 54, 148]
II-9
|
34165 |
verlopen |
omlopen:
(de koe is) ǫmgǝlau̯pǝ (L330p Herten)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
31799 |
verlopen van de zaag |
lopen:
lǫwpǝ (L330p Herten),
scheef lopen:
šęjf lǫwpǝ (L330p Herten)
|
Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b]
II-12
|
26594 |
vermalen |
vermalen:
vǝrmālǝ (L330p Herten)
|
Meel verliezen tijdens het maalproces. [N O, 36i]
II-3
|
30605 |
vernis |
vernis:
fǝrnīs (L330p Herten),
vǝrnīs (L330p Herten)
|
Bij kamertemperatuur vloeibare massa, die in dunne lagen over voorwerpen wordt gestreken en daarop een doorschijnende, tegen de invloed van lucht en water beschermende bedekking vormt. Vernis bestaat uit een oplossing van harsen in lijn- of terpentijnolie of andere oplosmiddelen. [N 67, 21a; monogr.]
II-9
|
30706 |
vernissen |
vernissen:
fǝrnīsǝ (L330p Herten),
vǝrnīsǝ (L330p Herten)
|
Met vernis bestrijken. Een dunne laag uitgestreken vernis droogt op tot een glanzende, doorschijnende laag. Vernis kan zowel gebruikt worden als bescherming voor onderliggende verflagen als ter verfraaiing. [N 67, 66b; monogr.]
II-9
|
34233 |
verse koe |
verse koe:
vɛrsǝ ku (L330p Herten)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
25937 |
versieren |
net maken:
nęt mākǝ (L330p Herten),
optuigen:
ǫptȳgǝ (L330p Herten),
versieren:
vǝrsīrǝ (L330p Herten)
|
De molen bij feestelijke gelegenheden uitvoerig versieren. In l 432 werden de roeden dan in een overhoekse stand geplaatst. In l 318 en l 321 werd de molen bij processies en openbare feesten versierd. Zie ook afb. 5. [N O, 8g]
II-3
|
32918 |
verspreid gras |
sprei:
špręi̯ (L330p Herten)
|
Het resultaat van de handeling uit het voorgaande lemma: het gemaaide gras dat gelijkmatig op het veld ligt te drogen. [N 14, 98]
I-3
|