32057 |
verstek |
lijstnaad:
l ̇īsnǭt (L330p Herten),
verstek:
vǝrštē̜k (L330p Herten
[(uitspraak van ouderen)]
),
vǝrštɛk (L330p Herten
[(uitspraak van jongeren)]
),
verstekhoek:
vǝrštē̜khōk (L330p Herten),
versteknaad:
vǝrštē̜knǭt (L330p Herten)
|
Hoekverbinding waarbij de uiteinden van de twee delen onder een hoek van 450 tegen elkaar staan. Daardoor is op de buitenhoek geen kopshout zichtbaar. Zie ook afb. 143. [N 53, 203a; monogr.]
II-12
|
32010 |
verstekbak |
verstekbak:
vǝrštē̜k˱bak (L330p Herten),
versteklade:
vǝrštē̜klāj (L330p Herten)
|
Gootvormig houten gereedschap met schuine zaagsneden in de twee opstaande kanten, dat dient om het daarin geplaatste werkstuk in verstek te zagen. Als zaag wordt daarbij meestal een kapzaag gebruikt. Zie ook afb. 117. [N 53, 214a; monogr.]
II-12
|
29941 |
verstekhaak |
verstekhaak:
vǝrštē̜khǭk (L330p Herten, ...
L330p Herten)
|
Een winkelhaak waarvan de benen onderling een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om versteklijnen af te tekenen en om te controleren op haaksheid. Zie ook afb. 104 en het lemma ɛverstekhaakɛ in Wld II.9, pag. 10-11 en Wld II.11, pag. 57.' [N 53, 188; N E, 18a; monogr.] || Haak waarvan de armen een hoek van 450 vormen. De verstekhaak wordt gebruikt om hoeken van 450 af te tekenen. Zie ook het lemma "verstekhaak" in Wld II.9, pag. 10-11 en afb. 77. [N 33, 318e]
II-11, II-12
|
32060 |
verstekken |
verstekken:
vǝrštē̜kǝ (L330p Herten)
|
Het werkstuk in verstek brengen. [N 53, 203b]
II-12
|
32018 |
verstekklem |
lijstenklem:
līstǝklɛm (L330p Herten)
|
Werktuig om in verstek bewerkte hoeken van lijsten na het lijmen vast te klemmen. Zie ook afb. 123. [N 53, 220b-c]
II-12
|
32011 |
verstekschaafblok |
verstekblok:
vǝrštē̜.k˱blǫk (L330p Herten)
|
Werktuig in de vorm van een langwerpig blok waarop twee driehoekige blokjes zijn bevestigd, waartussen het te bewerken stuk hout vastgeklemd kan worden. In de verstekschaafblok vastgezette werkstukken kunnen langs de schuine zijde van het blok in verstek geschaafd worden. Zie ook afb. 118. [N 53, 214b; monogr.]
II-12
|
31757 |
verstekzaagmachine |
verstekzeeg:
vǝrštē̜k˲zē̜x (L330p Herten)
|
Zaag die gemonteerd is in een ijzeren constructie met geleiders en in verschillende hoekstanden geplaatst kan worden. De verstekzaagmachine wordt gebruikt om verstekken te zagen. Zie ook afb. 16. [N 53, 12; monogr.]
II-12
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
luik:
lūk (L330p Herten)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
31927 |
verstelbare centerboor |
verstelbare houtboor:
vǝrštɛlbārǝ hǫwt˱bǭr (L330p Herten)
|
Een boorijzer met een verstelbaar mesje waardoor geboord kan worden met diverse diameters zonder dat de boor verwisseld hoeft te worden. Zie ook afb. 75. [N 53, 172]
II-12
|
31536 |
verstelbare moersleutel |
engelse sleutel:
eŋǝlsǝ šlø̜tǝl (L330p Herten),
hollandse sleutel:
hǫlǝnšǝ šlø̜tǝl (L330p Herten),
klauwsleutel:
klǫwšlø̜tǝl (L330p Herten)
|
sǝl Q 116; verstelbare sleutel: vǝrštɛlbrǝ šløsǝl Q 121b; ijzeren sleuter: ęjzǝrǝ slø̜jtǝr P 176b; %%B de volgende opgaven betreffen het oudere type Engelse sleutel -- vergelijk afbeelding 199a-d%% engelse sleutel: e' [N 33, 300a; N 33, 300d; N 64, 78b; monogr.]
II-11
|