e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Herten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vooraanweeg zijkant: zikanjt (Herten) De zijkant van de molenkast tegenover de plaats waar de vang zit. [N O, 47b] II-3
voorbalk voorbalkje: vø̄rbɛlǝkskǝ (Herten) De basisbalk van het voorkeuvelens. De voorbalk heeft dezelfde functie als de stefelbalk aan de andere kant van de molen voor het achterkeuvelens. Zie ook afb. 16. [N O, 45c] II-3
voorboren voorboren: vø̄rbǭrǝ (Herten) Met een dun boortje een gaatje boren, ten einde een geleiding te verkrijgen voor een dikkere boor of om te voorkomen dat het hout gaat splijten bij het spijkeren of schroeven. [N 53, 180b] II-12
voorgevel buitenmuur: bū.tǝ[muur] (Herten), gevelmuur: gēvǝl[muur] (Herten) De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.] II-9
voorhamer voorhamel: vȳrhāmǝl (Herten), vø̄rhāmǝl (Herten), vø̜rhāmǝl (Herten) Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] || Zware, ijzeren hamer met lange steel die met beide handen vastgehouden wordt. De pen van deze hamer staat meestal dwars ten opzichte van de steel. Zie ook afb. 35 en 36. Volgens het Tungelroys woordenboek (pag. 245) en het Tongers woordenboek (pag. 661) werd de voorhamer gebruikt bij het grove en zware werk. [N 33, 69; N 64, 40h; N 66, 26; L B2, 233; monogr.] II-11, II-9
voorijzer rondijzer: rontj˱ īzǝr (Herten), voorijzer: vø̄rīzǝr (Herten) Hoefijzer voor de voorhoef van het paard. De vorm van het voorijzer is doorgaans ronder dan dat van het achterijzer. Zie ook afb. 223a. [N 33, 353; N 33, 354a; monogr.] II-11
voorjaarsdracht voorjaarsdracht: vø̄rjǭrsdrax (Herten) De periode van het voorjaar waarin de bijen vliegen op bloesem van de dan bloeiende planten, bloemen en bomen. In vragenlijst N 63, vraag 50a is gevraagd naar de bloemen, planten en bomen waarvandaan de bijen in het voorjaar honing en stuifmeel halen. De antwoorden op deze vraag geven het volgende resultaat. In het voorjaar vliegen de bijen op fruitbloesem, voorjaarsbloemen en sierplanten, meidoorn, acacia, wilgebomen, koolzaad, paardebloem, lupinen, bonenbloei, esdoorn, hulst, crocussen en hazelaar. Uiteraard zullen er nog meer haalmogelijkheden voor de bij zijn. [N 63, 48; N 63, 50a; Ge 37, 85] II-6
voorjaarshoning voorjaarshoning: voorjaarshoning (Herten) Soort honing die uit de nectar van voorjaarsbloesem, vooral fruitbloesem, is bereid. [N 63, 112a; Ge 37, 129; monogr.] II-6
voorkeuvelens van de hollandse molen voorkeuvelens: vø̄rkø̄vǝls (Herten) Het samenstel van balken dat zich aan de voorkant (d.i. de kant van de wieken) van de kap bevindt. [N O, 51a; N O, 56e] II-3
voorkeuvelens van de standerdmolen kapelletje: kǝpɛlkǝ (Herten) De topgevel van de staartzijde van de standerdmolen. Zie ook afb. 15. [N O, 45b] II-3